Unie­ke groot­scha­li­ge inzet van groen tegen lawaai in Land­art­park Bui­ten­schot

Ner­gens in Neder­land wordt de geluid­dem­pen­de func­tie van ‘groen’ zo wel­be­wust en groot­scha­lig inge­zet als in het in okto­ber 2013 offi­ci­eel geo­pen­de Land­art­park Bui­ten­schot, aan de noord­kant van Hoofd­dorp, gemeen­te Haar­lem­mer­meer. Uit samen­wer­king tus­sen de Lucht­ha­ven Schip­hol, de toen­ma­li­ge Stich­ting Main­port en Groen en de gemeen­te Haar­lem­mer­meer, in over­leg met de bewo­ners­ver­e­ni­ging van Hoofd­dorp Noord, is daar een pro­ject ont­staan dat ner­gens in de wereld zijn weer­ga kent.
Nu heb­ben we het hier ook over een uniek gebied: in het ver­leng­de van de Pol­der­baan, de beken­de (of moe­ten we zeg­gen beruch­te) meest gebruik­te start- en lan­dings­baan van Schip­hol. De ont­wer­pers van het park zagen zich gesteld voor de taak het grond­ge­luid, ver­oor­zaakt (voor­al) door op vol ver­mo­gen opstij­gen­de vlieg­tui­gen, te dem­pen. Uniek aan het 33 hec­ta­re gro­te Land­art­park Bui­ten­schot zijn de drie meter hoge ‘rib­bels’ die in de bodem zijn aan­ge­bracht en die het geluid hel­pen ver­strooi­en.
De schoon­heid van het Land­art­park Bui­ten­schot wordt ver­der onder­streept door een twee­tal wer­ken van beel­dend kun­ste­naar Paul de Kort. ‘Het Luis­te­rend Oor’ bestaat uit twee para­bo­li­sche spie­gels, waar­van de bedoe­ling is dat de bezoe­ker in het brand­punt gaat staan, om geluid gecon­cen­treerd en ver­sterkt te kun­nen horen. De een staat gericht op de Pol­der­baan, zodat je extra goed het vlieg­tuig­ge­luid kunt horen. De ande­re spie­gel staat daar haaks op en ver­sterkt het ‘gewo­ne’ geluid van het park. Het twee­de kunst­werk laat de bezoe­ker het ver­band leg­gen en zien tus­sen geluid­gol­ven en golf­pa­tro­nen in het water van een vij­ver in het park.
Het geheel, het park met bodem­rib­bels en het groen, draagt sub­stan­ti­eel bij aan de beoog­de ver­min­de­ring van de geluids­hin­der met 10%, die aan de inwo­ners van Hoofd­dorp is beloofd. Om aller­lei rede­nen is het een uniek pro­ject. Bij­zon­der eraan is de groot­scha­li­ge, bewus­te inzet van groen als dem­per van hin­der­lijk geluid. Maar dat geldt ook voor de samen­wer­king tus­sen lucht­ha­ven, bewo­ners, gemeen­te­be­stuur en weten­schap. Alles is geba­seerd op de erken­ning dat het geluid van de vlieg­tui­gen er nu een­maal is, ont­ken­nen helpt niet. Men moet ermee kun­nen en wil­len leven, maar het is goed samen ermee om te gaan, eraan te wer­ken en het draag­lijk te maken.