Til­burg ver­bindt ste­de­lij­ke ont­wik­ke­lin­gen met natuur

De Flo­ra- en fau­na­wet schrijft voor dat bij van onder­houds- en uit­brei­dings­werk­zaam­he­den reke­ning gehou­den moet wor­den met bescherm­de dier­soor­ten, zoals vleer­mui­zen, huis­mus­sen en gier­zwa­lu­wen. Dat is goed voor de bescher­ming van deze dier­soor­ten, maar leidt tege­lij­ker­tijd tot lan­ge pro­ce­du­res. Tot nu toe moest per bouw­pro­ject in de oude stad van Til­burg ont­hef­fing aan­ge­vraagd wor­den.
In het soor­ten­ma­na­ge­ment­plan van de gemeen­te is vast­ge­legd wel­ke die­ren zich waar bevin­den en op wel­ke voor­waar­den er gewerkt en gebouwd kan wor­den. Op basis van dit plan heeft het minis­te­rie van Eco­no­mi­sche Zaken toe­stem­ming gege­ven aan de gemeen­te voor een 5‑jarig proef­pro­ject, waar­bij niet meer voor elk indi­vi­du­eel pro­ject onder­zoek en ont­hef­fing nodig is. Deze gebieds­ge­rich­te bena­de­ring zorgt voor min­der admi­ni­stra­tie­ve romp­slomp, een bete­re juri­di­sche bor­ging en een bete­re bescher­ming van de die­ren. Pro­ce­du­res wor­den hier­door ver­sneld en ver­ge­mak­ke­lijkt.
Met de nieu­we Wet Natuur­be­scher­ming wor­den pro­vin­cies per 1 janu­a­ri 2017 het bevoegd gezag en nemen daar­mee de rol van ont­hef­fing­ver­le­ner over van het Rijk. De pro­vin­cie Noord-Bra­bant is posi­tief over het ini­ti­a­tief van de gemeen­te Til­burg en ziet dit als een voor­beeld voor ande­re gemeen­ten om de belan­gen van natuur en ste­de­lij­ke ont­wik­ke­ling te ver­bin­den.
Bron: groeneruimte.nl