Omge­vings­wet helpt ‘Groen’ posi­tief inzet­ten voor een gezon­de­re bevol­king

Raad Leef­om­ge­ving en Infra­struc­tuur: nieu­we wet biedt kan­sen
Omge­vings­wet helpt ‘Groen’ posi­tief inzet­ten voor een gezon­de­re bevol­king. Van­af 2021 zal, als tij­dig alle poli­tie­ke en bud­get­tai­re hob­bels wor­den over­won­nen, het ruim­te­lijk beleid en de ruim­te­lij­ke orde­ning in Neder­land wor­den gere­geerd door de nieu­we Omge­vings­wet. De Raad Leef­om­ge­ving en Infra­struc­tuur (RLI), het belang­rijk­ste advies­or­gaan van de over­heid op dit ter­rein, vindt dat die kans moet wor­den aan­ge­gre­pen om gezond­heids­winst te boe­ken. De over­heid moet niet alleen scha­de aan de gezond­heid van de bevol­king hel­pen voor­ko­men, bij­voor­beeld door het stel­len en hand­ha­ven van mili­eu­nor­men in ste­de­lij­ke gebie­den, maar ook posi­tief de gezond­heid bevor­de­ren door het cre­ë­ren van een gezon­de leef­om­ge­ving.
De Raad han­teert in zijn rap­port ‘De stad als gezon­de habi­tat’ dan ook een rui­me defi­ni­tie van het begrip ‘gezond­heid’: niet alleen de afwe­zig­heid van ziek­te, maar ook men­taal en soci­aal-maat­schap­pe­lijk wel­zijn, bij­voor­beeld door­dat men­sen meer regie krij­gen over hun eigen leven. Een groe­ne omge­ving biedt ruim­te voor bewe­gen, ont­moe­ten en ont­span­nen, aldus de RLI.
De Raad bepleit ver­groe­ning van het ste­de­lijk gebied zelf en het aan­leg­gen van ‘groe­ne’ ver­bin­dings­stro­ken tus­sen ste­de­lij­ke gebie­den en de natuur. Boven­dien kun­nen regels en ruim­te­lij­ke rand­voor­waar­den eraan bij­dra­gen dat de inwo­ners wor­den gesti­mu­leerd tot gezond gedrag: fiet­sen, wan­de­len, sport — in plaats van auto­rij­den. ‘Het gaat om het cre­ë­ren van een leef­om­ge­ving die uit­no­digt tot gezond gedrag’, aldus de RLI. Zo kun­nen, met de nieu­we Omge­vings­wet in de hand, met de inzet van ‘groen’ ver­schil­len­de doe­len tege­lijk wor­den gediend: kli­maat­doel­stel­lin­gen, de tran­si­tie naar duur­za­me ener­gie en duur­za­me mobi­li­teit, groe­ne ver­ste­de­lij­king, bete­re water­ber­ging in geval van extre­me regen­val. Nadruk­ke­lijk wijst de RLI erop dat al deze posi­tie­ve ruim­te­lij­ke ont­wik­ke­lin­gen ook bij­dra­gen aan de kwa­li­teit van Neder­land als ves­ti­gings­land voor (inter­na­ti­o­na­le) onder­ne­min­gen en instel­lin­gen.
Als voor­beel­den van het benut­ten van ruim­te­lij­ke orde­ning ten behoe­ve van de gezond­heid noemt de RLI onder meer het inzet­ten van groen in, rond­om en op rede­lijk bereik­ba­re afstand van de ste­den. In de stad zelf zal moe­ten wor­den gestreefd naar afwis­se­ling van bebou­wing en groen en naar groe­ne ver­bin­din­gen tus­sen de stad en de groe­ne ver­bin­din­gen in het bui­ten­ge­bied.