Nieuw (promotie)onderzoek naar hittestress

Stedelijke hittestress, dagen waarop het extreem warm is in de stad, is gevaarlijk. In de maanden december en januari zal niet bij iedereen het probleem ‘hitte’ topprioriteit hebben, toch vraagt de opwarming van het stedelijke milieu steeds meer aandacht. In november promoveerde onderzoeker Nathalie Theeuwes, werkzaam bij NWO, op onderzoek naar mogelijkheden om het ‘hitte-eiland-effect’ te beperken. De wetenschapsrubriek van de Volkskrant besteedde onlangs aandacht aan het werk van het Utrechtse ingenieursbureau Nelen & Schuurmans, dat gemeenten helpt bij het in kaart brengen van hitterisico’s. In de zomer wordt overdag hitte opgeslagen, terwijl ’s nachts de stad afkoelt. Maar stenen houden, anders dan groene gebieden, warmte vast.
Zeker in ‘versteende’ steden, met weinig groen, kan hittestress in de zomer leiden tot extra sterfte van vooral oudere inwoners. Volgens de ingenieurs van Nelen & Schuurmans zal hittestress over enkele jaren tweemaal zo vaak voorkomen, vandaar dan ook de toenemende belangstelling van gemeentebesturen voor het in kaart brengen van de ‘hot spots’ en voor manieren om hittestress tegen te gaan.
Meteoroloog Gert-Jan Steeneveld van Wageningen Universiteit, co-promotor van Nathalie Theeuwes en geciteerd in de Volkskrant, stelt dat 10% meer groen leidt tot een temperatuurverlaging met 0,6 graad Celsius. Ook water, in de vorm van vijvers, kan in beginsel verkoeling brengen, maar dat heeft het bezwaar dat water minder snel afkoelt dan bijvoorbeeld steen, zodat de vijvers ’s nachts juist warmte vasthouden.