Kort­rijk Bouw­pro­ject “Broel­kant” cre­ëert prach­tig bin­nen­ste­de­lijk park

Vele troe­ven
Vol­gens archi­tec­tuur­cri­ti­cus en desig­n­ad­vi­seur van de stad Kort­rijk Marc Dubois heeft “het pro­ject vele troe­ven en is onte­gen­spre­ke­lijk een gro­te aan­winst in een stad die de heden­daag­se archi­tec­tuur hoog in haar vaan­del draagt. Het eind­re­sul­taat is geen grijs com­pro­mis gewor­den maar een ont­werp waar een veel­heid aan rand­voor­waar­den op een zeer oor­deel­kun­di­ge wij­ze bij elkaar wer­den gebracht. Een belang­rijk aspect is dat op deze site ver­schil­len­de bescherm­de gebou­wen staan die geïn­te­greerd moesten wor­den in een nieuw ensem­ble. Juist deze goe­de inte­gra­tie van het cul­tu­reel erf­goed bin­nen een nieuw ensem­ble is een sterk punt van het pro­ject. Het bena­druk­ken van het his­to­risch erf­goed en het eli­mi­ne­ren van de niet waar­de­vol­le toe­voe­gin­gen is een basisop­tie.”
Bin­nen­ste­de­lijk park

In plaats van het ter­rein vol te bou­wen met één volu­me, wordt de nieuw­bouw opge­deeld in vijf volu­mes. Cen­traal in het pro­ject is een open publie­ke ruim­te met een wijds gebaar naar de Leie en de Broel­to­rens. Deze open ruim­te wordt omschre­ven als een “bin­nen­ste­de­lijk park“, uit­ge­werkt in samen­wer­king met BURO Groen van Koen Rygo­le.
“Het uit­gangs­punt voor de aan­leg van het bin­nen gebied park is het tonen van de oude stads­om­wal­ling in de nieu­we open­ba­re ruim­te. In het bin­nen­ge­bied is deels ver­zon­ken en omarmd door een lage muur als zit­mo­ge­lijk­heid waar­mee op een sub­tie­le wij­ze wordt ver­we­zen naar de oude stads­muur”, schrijft Dubois. “Het geheu­gen van de plek bepaalt immers dat alles bin­nen de stads­muur ver­hard is, daar­bui­ten groen. Gelijk­tij­dig geeft deze oplos­sing een ant­woord op de vraag van de brand­weer om dit bin­nen­ge­bied toe­gan­ke­lijk te hou­den voor inter­ven­ties. Het com­bi­ne­ren van een ele­ment uit een ver ver­le­den met de vei­lig­heids­voor­waar­den, dit is de essen­tie van een inte­res­sant ont­werp.”
“Bij de inplan­ting van de bomen heb­ben we er voor gezorgd dat ener­zijds van­uit alle woon­blok­ken het visu­eel con­tact met de torens behou­den blijft, en ander­zijds een fil­ter tus­sen de gevels gecre­ëerd wordt. De cir­cu­la­tie rond de bin­nen­tuin wordt ener­zijds gevormd door een ste­de­lij­ke plint, ten wes­ten van de oude stads­muur. Deze wordt voor­zien in bel­gi­sche por­fier­kas­sei­en met open voeg. Ander­zijds krijgt het ove­ri­ge park­deel een natu­rel­le vorm­ge­ving met los­se paden bepaald door logi­sche loop­lij­nen. Deze paden wor­den uit­ge­voerd in kas­sei­en met onre­gel­ma­ti­ge vorm, met open voeg of gras­voeg.
Daar­bij zorgt de inplan­ting van los­se bomen voor het behoud van afstand en pri­va­cy tot en tus­sen de gevels. We bewa­ren afstand tus­sen de hoofd­cir­cu­la­tie en de gevels van de appar­te­men­ten door ener­zijds het inbren­gen van lage beplan­ting, als groe­ne spots in de kas­sei­en. De over­gang tus­sen de kas­sei­en en de beplan­ting ver­loopt in gra­dient en wordt doel­be­wust niet dui­de­lijk afge­ba­kend. De ver­har­ding loopt ver­der tot aan de ink­om­zo­nes van deap­par­te­men­ten en kan aan­slui­ten op de resi­den­ti­ë­le omge­ving ten oos­ten van het pro­ject. De brand­weer­cir­cu­la­tie of cir­cu­la­tie voor ver­huis­wa­gens over­lap­pen de dage­lijk­se hoofd­cir­cu­la­tie voor bewo­ners.
De bestaan­de oever­rand van de Leie gaat naad­loos over in de groen­aan­plant van de omge­ving en het bin­nen­ge­bied. Deze ondoor­dring­ba­re beplan­ting is een sub­tie­le bar­ri­è­re die het bin­nen­ge­bied fysiek afsluit, maar met behoud van zich­ten en con­tact met de omge­ving. ”
Gene­reus gebaar
Tus­sen het groen met bomen zijn er ook paden voor­zien naar de publiek toe­gan­ke­lij­ke groen­zo­ne ach­ter hotel Mes­sey­ne. Door de opsplit­sing in drie volu­mes ont­staan ver­bin­din­gen met deze eer­der ver­bor­gen groen­zo­ne.
Vol­gens Dubois heeft archi­tect Bart Lens goed geke­ken naar de Kort­rijk­se bin­nen­stad, naar de schit­te­ren­de mor­fo­lo­gie in en rond het Begijn­hof. “Het klei­ne steeg­je tus­sen het Begijn­hof en het Sint-Maar­tens­kerk­hof (plein­tje) is een won­der­lij­ke ver­bin­ding in de ste­de­lij­ke ruim­te. Met dit beeld in gedach­ten voor­ziet de nieuw­bouw van­af de Groe­nin­ge­straat een door­steek naar het nieuw bin­nen­ge­bied.”
Elke inte­res­san­te inbrei­ding is meer dan gebou­wen, zo besluit Dubois. “Het is de kor­rel, de juis­te schaal van de nieu­we publie­ke ruim­te waar­mee ieder­een in aan­ra­king komt. De open ruim­te in het plan Lens is een gene­reus gebaar. Ander­zijds geven de archi­tect samen met de ont­wik­ke­laar een return naar de publie­ke ruim­te van de stad op schaal van de omge­ving. ”
Bron: http://cgconcept.be/