Samen met burgers, bedrijfsleven, boeren en overheden ontwikkelen Alterra, EIS Kenniscentrum Insecten en de Vlinderstichting een regionaal Bijenlandschap in de regio Zoeterwoude in Zuid-Holland. Dit project maakt onderdeel uit van het samenwerkingsverband Groene Cirkels, tussen provincie Zuid-Holland, Heineken en Alterra, dat als doel heeft het ontwikkelen van een klimaatneutrale brouwerij, een duurzame economie én een aangename leefomgeving in de regio Zoeterwoude.
“Op dit moment zijn we in het gebied Leiden – Zoetermeer – Alphen aan den Rijn een bijzonder landschap aan het ontwikkelen,” zegt projectleider Sabine van Rooij van Alterra. “Een landschap waar een diversiteit aan bestuivende insecten duurzaam voorkomt, waarin honingbijen volop voedsel kunnen vinden en dat aantrekkelijk is voor mensen om in te wonen, te werken en te recreëren.”
Om te zorgen dat het landschap deze drie landschapsdiensten levert, is Groene Cirkels gestart met het bouwen van een breed sociaal netwerk van actoren. Burgers, bedrijfsleven, boeren en overheden zijn de direct betrokkenen, omdat zij niet alleen een groot deel van het landschap beheren, maar ook profiteren van de baten die dat oplevert. Groene Cirkels faciliteert bijeenkomsten voor stakeholders, ondersteunt hen bij het ontwikkelen van initiatieven, en zorgt voor afstemming tussen hun initiatieven zodat er een samenhangend ruimtelijk netwerk ontstaat. Alterra levert de kennis die nodig is om dat ruimtelijke netwerk voor bestuivers te realiseren.
Er komen honderden soorten wilde bijen, zweefvliegen en vlinders in het gebied voor. Sabine van Rooij: “Daarom werken we met ‘ecoprofielen’, groepen insecten die ongeveer dezelfde ruimtelijke voorwaarden nodig hebben. Voor iedere groep hebben we ‘bouwstenen’ ontwikkeld waarmee het Bijenlandschap gestalte kan krijgen. Deze variëren in grootte van leefgebieden van 10 ha die we ‘Bed & Breakfastgebieden’ noemen, tot kleine plekjes die het huidige landschap beter overbrugbaar maken voor bestuivers, de ‘Bij-tankstations’. Zo kan iedere stakeholder zelf iets bijdragen, of in samenwerking met zijn buren een grotere bouwsteen realiseren.
De door Alterra samen met EIS en de Vlinderstichting ontwikkelde kennis over bestuivers, ecoprofielen, bouwstenen en het daarvoor benodigde beheer is beschikbaar in een handreiking en een training. Deze is gratis op te vragen zodat iedereen een bijdrage kan leveren. Met de ‘Contourenkaart Bijenlandschap’ kan iedereen de realisatie van het Bijenlandschap volgen: de gerealiseerde en lopende initiatieven, de potentie van een plek voor een bouwsteen, en waar welke schakels in het ruimtelijke netwerk nog ontbreken. Door deze contourenkaart kan het sociale netwerk rond bijen zelf sturing geven aan initiatieven en locaties.
In totaal hebben op dit moment 22 organisaties in de regio een overeenkomst ondertekend waarin ze afspreken om zich in te zetten om de achteruitgang van wilde bijen te stoppen door het landschap bijvriendelijker te maken door meer voedsel- en nestgelegenheid te bieden en door behoedzaam om te gaan met chemische bestrijdingsmiddelen. En hoewel in andere delen van Nederland andere bestuivers voorkomen, kan de werkwijze overal toegepast worden. Sabine van Rooij: “In dit proefproject hebben we geleerd hoe we een sociaal netwerk en een ruimtelijk netwerk in wisselwerking met elkaar kunnen opzetten.”
Bron: Universiteit Wageningen
Om te zorgen dat het landschap deze drie landschapsdiensten levert, is Groene Cirkels gestart met het bouwen van een breed sociaal netwerk van actoren. Burgers, bedrijfsleven, boeren en overheden zijn de direct betrokkenen, omdat zij niet alleen een groot deel van het landschap beheren, maar ook profiteren van de baten die dat oplevert. Groene Cirkels faciliteert bijeenkomsten voor stakeholders, ondersteunt hen bij het ontwikkelen van initiatieven, en zorgt voor afstemming tussen hun initiatieven zodat er een samenhangend ruimtelijk netwerk ontstaat. Alterra levert de kennis die nodig is om dat ruimtelijke netwerk voor bestuivers te realiseren.
Er komen honderden soorten wilde bijen, zweefvliegen en vlinders in het gebied voor. Sabine van Rooij: “Daarom werken we met ‘ecoprofielen’, groepen insecten die ongeveer dezelfde ruimtelijke voorwaarden nodig hebben. Voor iedere groep hebben we ‘bouwstenen’ ontwikkeld waarmee het Bijenlandschap gestalte kan krijgen. Deze variëren in grootte van leefgebieden van 10 ha die we ‘Bed & Breakfastgebieden’ noemen, tot kleine plekjes die het huidige landschap beter overbrugbaar maken voor bestuivers, de ‘Bij-tankstations’. Zo kan iedere stakeholder zelf iets bijdragen, of in samenwerking met zijn buren een grotere bouwsteen realiseren.
De door Alterra samen met EIS en de Vlinderstichting ontwikkelde kennis over bestuivers, ecoprofielen, bouwstenen en het daarvoor benodigde beheer is beschikbaar in een handreiking en een training. Deze is gratis op te vragen zodat iedereen een bijdrage kan leveren. Met de ‘Contourenkaart Bijenlandschap’ kan iedereen de realisatie van het Bijenlandschap volgen: de gerealiseerde en lopende initiatieven, de potentie van een plek voor een bouwsteen, en waar welke schakels in het ruimtelijke netwerk nog ontbreken. Door deze contourenkaart kan het sociale netwerk rond bijen zelf sturing geven aan initiatieven en locaties.
In totaal hebben op dit moment 22 organisaties in de regio een overeenkomst ondertekend waarin ze afspreken om zich in te zetten om de achteruitgang van wilde bijen te stoppen door het landschap bijvriendelijker te maken door meer voedsel- en nestgelegenheid te bieden en door behoedzaam om te gaan met chemische bestrijdingsmiddelen. En hoewel in andere delen van Nederland andere bestuivers voorkomen, kan de werkwijze overal toegepast worden. Sabine van Rooij: “In dit proefproject hebben we geleerd hoe we een sociaal netwerk en een ruimtelijk netwerk in wisselwerking met elkaar kunnen opzetten.”
Bron: Universiteit Wageningen