Beem­ster scha­kelt vrij­wil­li­gers in voor groen­on­der­houd, maar blijft inko­pen bij pro­fes­si­o­nals

De nood­zaak om te bezui­ni­gen op gemeen­te­lij­ke uit­ga­ven treft ook de bud­get­ten voor aan­leg en onder­houd van groen. In hun pogin­gen de effec­ten van die bezui­ni­gin­gen zoveel moge­lijk te beper­ken ver­ken­nen som­mi­ge gemeen­ten de moge­lijk­heid van inzet van vrij­wil­li­gers – bur­ger­par­ti­ci­pa­tie. In de gemeen­te Beem­ster, een van de gro­te pol­ders in Noord-Hol­land, is een poli­tie­ke par­tij actief die tien jaar gele­den al voor­stel­de bur­gers in te scha­ke­len bij het onder­houd van groen in de gemeen­te. Nico­de Lan­ge legt uit. Hij is raads­lid voor de par­tij met de toe­pas­se­lij­ke naam BBP, de Beem­ster Pol­der Par­tij.
‘Uiter­aard wordt er gewerkt onder toe­zicht en met hulp van pro­fes­si­o­nals uit de dienst open­ba­re wer­ken van de gemeen­te. We doen ook alleen het regu­lie­re onder­houd, bij­voor­beeld van groen­stro­ken en ber­men langs de weg. Meer gespe­ci­a­li­seerd onder­houd zal altijd door pro­fes­si­o­nals wor­den gedaan. Denk dan bij­voor­beeld aan onder­houd waar gro­te en/of gevaar­lij­ke machi­nes aan te pas komen. Er zijn veel reac­ties geko­men van bur­gers, voor­al van buurt­ver­e­ni­gin­gen. Daar zijn natuur­lijk ook klach­ten bij, maar de mees­te reac­ties waren posi­tief.’
Maar bete­kent dit dan dat de men­sen die eer­der voor het onder­houd zorg­den, nu ont­sla­gen wor­den?
Nee, geluk­kig niet. Onze mede­wer­kers van de dienst open­ba­re wer­ken zijn hard nodig om onder­steu­ning te bie­den aan de bur­ger. Wel zal er door een pro­ces van natuur­lijk ver­loop gewerkt wor­den aan een klei­ner aan­tal amb­te­na­ren die zich met groen bezig­hou­den. Ook heb­ben wij een amb­te­lijk samen­wer­kings­ver­band met onze buur­ge­meen­te Pur­me­rend met betrek­king tot onder­houd van groen.’
De bezui­ni­gin­gen die in de gemeen­te Beem­ster wor­den gere­a­li­seerd raken voor­al de eigen gemeen­te­lij­ke huis­hou­ding. Door mid­del van natuur­lijk ver­loop en inter­ne ver­schui­vin­gen wordt de mens­kracht in de sec­tor open­ba­re wer­ken gere­du­ceerd. Raads­lid De Lan­ge: ‘Wij den­ken dat met ons idee het mes aan twee kan­ten snijdt. Aller­eerst kun­nen we bezui­ni­gin­gen door­voe­ren, die helaas niet te ver­mij­den zijn. Maar daar­naast  draagt deze aan­pak bij aan de soci­a­le cohe­sie in de gemeen­te. Men­sen wer­ken samen aan een con­creet doel. Dat schept een band. Vaak gebeurt dit bin­nen de buurt­ver­e­ni­ging. We zien dat men­sen de han­den ineen slaan en samen iets moois van hun buurt wil­len maken.’
Van­zelf­spre­kend blijft een gemeen­te als Beem­ster een beroep doen op de pro­fes­si­o­ne­le groen­sec­tor, als het gaat om de inkoop van bomen en plan­ten. ‘We zien dat buurt­ver­e­ni­gin­gen hun bud­get­ten inzet­ten om groen in te kopen en op zo’n manier zor­gen voor mooi en ver­zorgd groen in hun buurt.’
Bezui­ni­gin­gen en de inzet van vrij­wil­li­gers in plaats van beroeps­krach­ten kun­nen lei­den tot ver­so­be­ring of zelfs ver­loe­de­ring van de open­ba­re ruim­te. Raads­lid de Lan­ge zegt daar niet bang voor te zijn. ‘Ik kan me voor­stel­len dat het in ste­den een ander ver­haal is, maar in de Beem­ster is de gemeen­schaps­zin groot.  Vorig jaar bestond de Beem­ster 400 jaar en tij­dens dit feest­jaar is geble­ken waar Beem­ster­lin­gen, als ze samen­wer­ken in buurt­ver­e­ni­gin­gen, toe in staat zijn. De gemeen­te heeft er nog nooit zo mooi uit­ge­zien als in dat jaar. Wij hopen dat deze trend zich door zal zet­ten.’