Ken­nis over groen in de stad beschik­baar maken voor gemeen­te en kwe­ker

Plan­ten en bomen in de stad zijn niet lan­ger lou­ter een kos­ten­post. Tegen­woor­dig zet­ten amb­te­na­ren van de gemeen­te ze wel­be­wust in om het leven in de stad aan­ge­na­mer te maken. Met dank aan Prak­tijk­on­der­zoek Plant & Omge­ving (PPO) dat ken­nis over groen in de stad beschik­baar maakt.
Bomen en plan­ten in de stad bie­den nog­al wat voor­de­len. Zo laten bomen de tem­pe­ra­tuur in de stad dalen, ze dem­pen geluid, ze leg­gen CO2 vast en van­gen fijn stof weg. En dan helpt beplan­ting op de grond of op daken, ook nog om water op te van­gen, zodat bij een hevi­ge regen­bui het riool niet over­be­last raakt.
Tegen­strij­di­ge effec­ten
Maar niet elke boom of plant is even goed in het vast­leg­gen van CO2 of het weg­van­gen van fijn stof. Wie de ver­keer­de beplan­ting aan­legt of dat op de ver­keer­de plaats doet, kan zelfs het kli­maat in de stad ver­slech­te­ren. Daar­naast stelt elke soort spe­ci­fie­ke eisen aan de groei­om­stan­dig­he­den om zich goed te kun­nen ont­wik­ke­len. Groen plan­ten in de stad vergt dan ook veel ken­nis over de ver­schil­len­de bomen en beplan­ting en het effect ervan.
Onder­zoe­kers van PPO plui­zen de inter­na­ti­o­na­le lite­ra­tuur over de wer­king van groen in de stad na en maken die toe­gan­ke­lijk voor gemeen­tes, kwe­kers en hove­niers. Die ken­nis geven ze weer in over­zich­te­lij­ke bro­chu­res en vak­blad­ar­ti­ke­len.
Lijs­ten van boom­soor­ten
Zo stel­len ze bij­voor­beeld lijs­ten op van boom­soor­ten, met per boom­soort het effect op de lucht­kwa­li­teit. Dit doen ze op basis van alge­me­ne eigen­schap­pen van een boom. De gemeen­te­amb­te­na­ren heb­ben hier veel pro­fijt van omdat ze hier­in bij­voor­beeld zien dat een win­ter­groe­ne boom de lucht beter zui­vert dan een boom die zijn blad in de win­ter ver­liest. Ook het tota­le blad­op­per­vlak is van belang; dus een gro­te boom vangt meer ver­vui­len­de stof­fen weg dan een klei­ne boom.
Omge­keerd kun­nen plan­ners en beheer­ders van groen de beplan­ting zo uit­kie­zen dat ze ver­schil­len­de doe­len die­nen. Wie bomen als wind­sin­gels neer­zet, kan bij­voor­beeld ener­gie­kos­ten bespa­ren, omdat de gebrui­ker van het gebouw min­der hoeft te sto­ken.
Geschikt voor gevels en daken
Spe­ci­fiek voor de kwe­kers en hove­niers zet­ten de onder­zoe­kers op een rij wel­ke plan­ten geschikt zijn om gevels en daken mee te beplan­ten. Dit geeft bei­de bedrijfs­tak­ken een idee van wat zij hun klan­ten op het gebied van dak- en gevel­groen kun­nen leve­ren. Zo maken de onder­zoe­kers de onder­zoeks­ken­nis beschik­baar voor de prak­tijk.
Bron: wageningenur.nl