Water­ber­ging, een gro­te ste­de­lij­ke uit­da­ging

Kli­maat­ver­an­de­ring en de steeds ver­der voort­schrij­den­de ver­ste­de­lij­king zul­len in gro­te delen van de bevolk­te wereld lei­den tot toe­ne­mend risi­co op over­stro­min­gen. Zo heb­ben we steeds vaker te maken met hevi­ge regen­val, waar­bij we mer­ken dat het over­tol­li­ge water steeds moei­lij­ker kan wor­den afge­voerd door onze rio­len. Gevol­gen: onder­ge­lo­pen par­keer­ga­ra­ges, over­stro­men­de grach­ten en plei­nen. Water­ber­ging in de stad is dan ook een the­ma waar veel ste­den­bouw­kun­di­gen en archi­tec­ten zich op dit moment mee bezig hou­den. Uit­gangs­punt in het den­ken is het com­bi­ne­ren van ste­de­lij­ke func­ties: open­ba­re ruim­te en water­ber­ging, groen en water­ber­ging, par­ke­ren en water­ber­ging.

Water­plein Rot­ter­dam

Een geslaagd voor­beeld van de com­bi­na­tie open­ba­re ruim­te – water­ber­ging, is het Water­plein in Rot­ter­dam, ont­wor­pen door bureau De Urba­nis­ten. Het idee van het plein is sim­pel: als het droog is, func­ti­o­neert het plein als een gewoon stads­plein, als ont­moe­tings­ruim­te en ska­te­plein voor de jeugd. Maar bij hevi­ge regen­val, trans­for­meert het –uit drie pla­teaus opge­trok­ken- plein in een groot water­bas­sin.

Ham­burg, voor­beeld­stad

Ook in Ham­burg wordt reke­ning gehou­den met het stij­gen­de water, al komt het gevaar daar eer­der van de rivier de Elbe die recht­streeks met de Noord­zee ver­bon­den is. Een even­tu­eel van spring­tij of een snel stij­gen­de zee­spie­gel, maken de stad kwets­baar. Het Ham­burg­se stads­be­stuur heeft het vol­gen­de bedacht: de gebou­wen in de nieu­we stads­de­len wor­den op acht meter hoge plin­ten gezet, die bij peri­o­des van droog­te kun­nen die­nen als par­keer­ga­ra­ges. Daar­naast zijn brug­gen en wegen ver­hoogd, zodat auto’s ook bij hoog water weg kun­nen komen.

Groe­ne daken als spons voor hemel­wa­ter

Groen in de bebouw­de omge­ving, speelt – naast tal­rij­ke ande­re con­cep­ten – een belang­rij­ke rol in het den­ken over maat­re­ge­len om (toe­kom­sti­ge) water­over­last te beheer­sen. Zo wordt bij­voor­beeld op het Pol­der­dak aan de Amster­dam­se Zui­d­as op 1000 vier­kan­te meters dak 73 kubie­ke meters water opge­van­gen, waar­bij het ver­koe­len­de groe­ne dak zorgt voor een bespa­ring van 10 tot 30% aan ener­gie­kos­ten.

NB: Bij het schrij­ven van dit arti­kel is gebruikt gemaakt van voor­beel­den uit het arti­kel ‘Del­ta­wer­ken voor de uit­dij­en­de stad’ door Tra­cy Metz, ver­sche­nen op 21–6‑2014 in het FD