Jean­net­te Schreurs: Een kli­maat­be­sten­di­ge Stad zon­der groen? Ondenk­baar!

Jean­net­te Schreurs – werk­zaam als land­schaps­ar­chi­tect bij Copijn – steekt voort­va­rend van wal: ‘Een kli­maat­be­sten­di­ge stad zon­der groen? Ondenk­baar! Groen kan een enor­me bij­dra­ge leve­ren aan het leef­baar hou­den van ste­den. Wat je ook bedenkt, groen is altijd een belang­rijk onder­deel van de mix van maat­re­ge­len die je moet nemen. Groen is mul­ti­func­ti­o­neel. De natuur past zich voort­du­rend aan, is flexi­bel. Neem de dyna­miek van de sei­zoe­nen. Als je stil­staat bij een gezon­de, kli­maat­be­sten­di­ge stad, dan ben je op zoek naar veer­kracht. Het ver­an­de­ren­de kli­maat vergt aan­pas­sing, veer­kracht. Groen is flexi­bel en helpt om de gevol­gen van hit­te en van hevi­ge regen­val te ver­zach­ten. Zo blij­ven onze ste­den leef­baar. Dat bete­kent ook dat je niet één uni­for­me oplos­sing moet kie­zen die voor een heel jaar geldt, maar dat je bij de aan­leg van groen moet inspe­len op de ver­an­de­ren­de omstan­dig­he­den. Je moet aan­slui­ten bij natuur­lij­ke sys­te­men.
Ver­groe­ning is actu­eel? 
De urgen­tie is er. Water­over­last in ste­den zorgt voor mil­jar­den scha­de. Lang­du­ri­ge peri­o­des van hit­te zor­gen in de zomer voor ver­hoog­de sterf­te­cij­fers. In Neder­land woont nu al bij­na 20 % van onze bevol­king in ste­den. En dat per­cen­ta­ge neemt toe.
Time is run­ning out? 
Nu leg­gen we de basis voor de toe­komst. Er is weten­schap­pe­lijk onder­bouw­de ken­nis om aan de slag te gaan. Maar het kan voort­va­ren­der en gron­di­ger. Er wordt wel inge­zet op ver­groe­nen, maar in pro­jec­ten komen lang niet alle pun­ten aan bod.
Is dat onwil of onkun­de? 
Hm… er wordt veel gespro­ken en over­legd, maar daden blij­ven ach­ter. Visies zijn vaak veel­om­vat­tend, maar als blijkt dat er nog een klei­ne onze­ker­heid is of dat de geko­zen oplos­sing in Neder­land nog niet eer­der is toe­ge­past en tijd en geld kost, wordt snel terug­ge­krab­beld. Je hebt pio­niers, men­sen met visie en durf nodig om ver­nieu­win­gen door te voe­ren en uit­ein­de­lijk voor een breed publiek beschik­baar te maken. Niet alleen voor ‘the hap­py few’ of ide­a­lis­ten, maar als de nieu­we stan­daard manier van bou­wen. Wel­licht zijn daar ook nieu­we busi­ness­mo­del­len voor nodig, zoals we nu zien bij het cir­cu­lair bou­wen.
Kunt u voor­beel­den geven van de bij­dra­ge van groen aan een groe­ne­re stad? 
Zoals eer­der genoemd is groen mul­ti­func­ti­o­neel, het ver­be­tert het leef­kli­maat in de breed­ste zin van het woord. Of het nu gaat om bio­di­ver­si­teit, water­ma­na­ge­ment, tem­pe­ra­tuur, gezond­heid of recre­a­tie. Groen kan in al die aspec­ten een belang­rij­ke rol spe­len als onder­deel van de oplos­sing. Of het nu gaat om gro­te droog­te, hit­te, hevi­ge neer­slag of over­stro­ming. Door­dach­te inzet van groen is essen­ti­eel voor suc­ces­vol water­ma­na­ge­ment – buf­fe­ren bij droog­te, ber­ging bij hevi­ge regen­val – en bij het regu­le­ren van de tem­pe­ra­tuur in de stad. Je brengt natuur in de stad wat de soor­ten­rijk­dom ver­groot en recre­a­tie­ve waar­de heeft. En laten we niet ver­ge­ten dat groen een soci­aal maat­schap­pe­lij­ke rol speelt. Het bevor­dert het wel­zijn en wel­be­vin­den van de bewo­ners.
Hoe bepaal je wat pas­send is? 
Kli­maat­adap­ta­tie vraagt niet nood­za­ke­lij­ker­wijs om meer opper­vlak­te groen, het vergt effec­tief groen. Een boom heeft een heel ande­re rol dan een bloe­men­wei­de of wadi. De kwa­li­teit en effec­ti­vi­teit van het groen is min­stens zo belang­rijk als de omvang. De kroon­op­per­vlak­te van een vol­was­sen eik is vele malen gro­ter dan van een jon­ge, net geplan­te straat­boom.
Waar lig­gen kan­sen? 
Wees cre­a­tief, zie de moge­lijk­he­den. Zoveel ver­har­ding om je heen, dat moe­ten we door­bre­ken. Doe het niet alleen, maar samen. Kijk waar ont­wik­ke­lin­gen plaats­vin­den, waar kan­sen zijn om aan te haken. Maak gebruik van inno­va­ties waar nodig, maar ver­geet de rela­tief een­vou­di­ge en goed­ko­pe oplos­sin­gen niet. Bij­voor­beeld als het gaat om ver­ti­caal groen zijn er tegen­woor­dig veel sys­te­men voor groe­ne wan­den, maar soms is een klim­plant net zo effec­tief.
U bent land­schaps­ar­chi­tect… 
Groen is onze grond­stof, daar werk je mee. Ik bena­druk altijd dat groen zoveel meer is dan een cos­me­ti­sche ingreep. Het biedt zoveel meer­waar­de in pro­jec­ten. Je moet wel aan­dacht blij­ven schen­ken aan de kwa­li­teit. Groen vergt goe­de groei­om­stan­dig­he­den, een boom moet groot kun­nen wor­den. Een goed pro­ject levert ook op lan­ge­re ter­mijn een bij­dra­ge aan een leef­ba­re omge­ving. Als land­schaps­ar­chi­tect wil ik men­sen bewust maken van de moge­lijk­he­den en voor­de­len die groen biedt. Ener­zijds wijs ik op de urgen­tie; ander­zijds op de enor­me wereld van moge­lijk­he­den.
Hoe ziet u de stad van de toe­komst?
Leef­baar houd je groei­en­de ste­den op een aan­tal manie­ren. Archi­tec­tuur en infra­struc­tuur zijn belang­rijk. Maar voor mij staat vast dat groen een essen­ti­ë­le bij­dra­ge levert. Die kan niet wor­den over­schat. Het ste­de­lijk weef­sel, maar ook het goed kun­nen func­ti­o­ne­ren van de bewo­ners is ermee gediend. Ik ben opti­mis­tisch, met de groei van ste­den – denk ook aan ste­de­lij­ke inbrei­ding en schaal­ver­gro­ting door hoog­bouw – wordt het besef van het belang van groen in de stad gro­ter. De stad van de toe­komst benut niet alleen het hori­zon­ta­le opper­vlak­te aan groen. Ook de daken en groe­ne gevels wor­den deel van het groe­ne net­werk. Deze ont­wik­ke­ling is al op gang geko­men en ik ver­wacht dat die ver­der toe­neemt.  Juist op plaat­sen waar de dicht­heid aan gebou­wen gro­ter wordt zal het are­aal groen wor­den uit­ge­breid in de ver­ti­ca­le rich­ting op gevels en daken. Zover zijn we inmid­dels geluk­kig…
Foto: Copijn