‘Bij­en zijn een goe­de graad­me­ter voor de gezond­heid van de natuur…!’

Inter­view met voor­zit­ter Lai­la Dries­sen en pro­gram­ma mana­ger Han­nie Kor­thof
Dat stelt Lai­la Dries­sen, bur­ge­mees­ter van Lei­der­dorp en enthou­si­ast voor­zit­ter van De Groe­ne Cir­kel Bij­en­land­schap. We spre­ken haar samen met Han­nie Kor­thof, pro­gram­ma­ma­na­ger
Dries­sen: ‘Even een stuk­je geschie­de­nis: Groe­ne Cir­kels zijn een ini­ti­a­tief van Hei­ne­ken, de pro­vin­cie Zuid Hol­land en ken­nis­part­ner Alter­ra Wage­nin­gen. De oor­spron­ke­lij­ke ambi­tie van Hei­ne­ken was om van­uit het duur­zaam­heid den­ken een vol­le­dig kli­maat neu­tra­le brou­we­rij te bou­wen én een aan­ge­na­me leef­om­ge­ving in de regio Zoe­ter­wou­de te cre­ë­ren. Zo ont­stond een over­leg­plat­form dat later de ‘Groe­ne Cir­kel’ is gaan heten’.
Inmid­dels is de Cir­kel uit­ge­breid met ande­re bedrij­ven, gemeen­ten en agra­ri­sche orga­ni­sa­ties. Er wor­den programma’s opge­zet rond de onder­wer­pen ener­gie, water, grond­stof­fen, mobi­li­teit en leef­om­ge­ving. Daar­bij is de natuur tel­kens het uit­gangs- en ijk­punt. De Groe­ne Cir­kel func­ti­o­neert nu als een plat­form voor bedrij­ven, onder­ne­mers en ken­nis­in­stel­lin­gen in de regio. Door het ver­bin­den van par­tij­en wor­den er — in de woor­den van mevrouw Dries­sen — ‘unie­ke pro­jec­ten van wereld­klas­se ont­wik­keld’.
Vijf thema’s en de kracht van de natuur
Een duur­za­me samen­le­ving leeft van her­nieuw­ba­re ener­gie­bron­nen en heeft haar mate­ri­aal­stro­men in kring­lo­pen geor­ga­ni­seerd, ver­ge­lijk­baar met een natuur­lijk eco­sys­teem. Groe­ne Cir­kels zet­ten  daar­om eco­sys­teem­dien­sten cen­traal, waar­bij de natuur wordt ver­bon­den met pri­va­te en publie­ke belan­gen.
Pro­gram­ma­ma­na­ger Kor­thof: ‘om een duur­za­me regio te cre­ë­ren, moet er op meer­de­re ter­rei­nen tege­lijk wor­den gewerkt. De Groe­ne Cir­kel kiest als stra­te­gie: klein begin­nen, groot ein­di­gen’.
De part­ner­ship wordt uit­ge­bouwd rond vijf the­ma’s:

  1. Sti­mu­le­ren van duur­za­me ener­gie en reduc­tie broei­kas­gase­mis­sies
  2. Ver­ze­ke­ren van vol­doen­de en goed water
  3. Slui­ten van grond­stof­kring­lo­pen
  4. Ver­duur­za­men mobi­li­teit en logis­tiek
  5. Ver­be­te­ren van de leef­om­ge­ving en ver­ster­ken van bio­di­ver­si­teit

De Groe­ne Cir­kel Bij­en­land­schap
In de Groe­ne Cir­kel Bij­en­land­schap wordt the­ma nr. 5 uit­ge­werkt. In deze cir­kel wer­ken weten­schap, over­he­den, bedrijfs­le­ven, beheer­ders van gebie­den en maat­schap­pe­lij­ke orga­ni­sa­ties samen met boe­ren, imkers en bur­gers. Het doel is om de win­ter­sterf­te van de Honing­bij en de ach­ter­uit­gang van de Hom­mel en Wil­de Bij terug te drin­gen. Dat kan door meer voed­sel en nest­ge­le­gen­heid te bie­den, het land­schap aan­trek­ke­lij­ker te maken, kleur te geven en behoed­zaam om te gaan met che­mi­sche mid­de­len.
Lai­la Dries­sen spreekt over de ambi­ties van de cir­kel. ‘We wil­len tot een bre­de samen­wer­king komen en wer­ken aan een regi­o­naal net­werk met bloem­rij­ke tui­nen, erven, par­ken, ber­men, bedrijfs­ter­rei­nen, recre­a­tie- en natuur­ge­bie­den en nest­ge­le­gen­heid voor insec­ten. Een net­werk dat honing ople­vert en er mooi uit ziet. We heb­ben een con­creet doel: we gaan er samen voor zor­gen dat in het gebied Alp­hen – Zoe­ter­meer – Lei­den de win­ter­sterf­te onder Honing­bij­en onder de 10% komt te lig­gen. Daar­mee wil­len we de bestui­ving van land­bouw­ge­was­sen en van wil­de plan­ten in de regio voor de toe­komst vei­lig stel­len. Zo wer­ken we samen aan de ver­ster­king van de natuur­lij­ke hulp­bron­nen in de regio. Het ver­haal is een­vou­dig: bij­en zijn een kri­ti­sche soort. Als het goed gaat met de bij­en, gaat het goed met natuur!’.
Win­ter­sterf­te bij­en baart zorg
Han­nie geeft aan dat de jaren­lan­ge hoge win­ter­sterf­te van de Honing­bij veel zor­gen baart. ‘Ook wil­de bij­en en hom­mels zijn in delen van ons gebied nau­we­lijks meer te vin­den. Dat komt door­dat nec­tar- en stuif­meel­rij­ke plan­ten en bloe­men zijn ver­dwe­nen. Maar ook door het gebruik van bestrij­dings­mid­de­len en het ver­dwij­nen van geschik­te nest­ge­le­gen­heid. Onze Cir­kel Bij­en­land­schap vindt dat het de hoog­ste tijd is om het tij te keren. De rol van bij­en is bestui­ven, nu en in de toe­komst. Daar­voor zijn ver­schil­len­de soor­ten bestui­ven­de insec­ten belang­rijk. In Neder­land komen ca. 350 ver­schil­len­de wil­de bestui­ven­de insec­ten­soor­ten voor. Door vari­a­tie in bloem­vor­men, kelk­diep­te en bloei­sei­zoen zijn er ‘gespe­ci­a­li­seer­de insec­ten’ nodig. Ook moe­ten de die­ren tegen een stoot­je kun­nen. Goed en slecht weer, een vroeg of laat voor­jaar enz. Daar­om is een gro­te diver­si­teit aan bij­en, hom­mels en zweef­vlie­gen belang­rijk. Daar­mee is bestui­ving toe­komst­be­sten­dig’.
Dries­sen: ‘Dat is zeker heel belang­rijk, maar daar­naast is diver­si­teit ook gewoon heel mooi. Bloem­rij­ke ber­men, gras­land­jes, hagen en bomen zijn niet alleen een voed­sel­bron voor bestui­ven­de insec­ten. Ze geven kleur en geur aan de omge­ving waar­in we leven en maken die inte­res­san­ter. We zul­len er ook steeds meer soor­ten vlin­ders en vogels zien. Ik vind dat een con­cept als ‘de leven­de tuin’ dat door de groe­ne sec­tor wordt gepro­pa­geerd, op een gewel­di­ge manier aan­sluit op het den­ken bin­nen onze Cir­kel’.
Bij­en spre­ken tot de ver­beel­ding
Ieder­een kent de honing­bij als pro­du­cent van honing. En veel men­sen zijn bezorgd over de ach­ter­uit­gang van de honing­bij. Door een bij­vrien­de­lijk land­schap te ont­wik­ke­len schep­pen we voor­waar­den voor de over­le­ving van deze soort en kun­nen we blij­ven genie­ten van honing uit eigen streek.
De Groe­ne Cir­kel Bij­en­land­schap wil met zijn pro­gram­ma laten zien dat het niet heel erg moei­lijk is iets voor bestui­vers doen. Bur­gers, gemeen­tes, pro­vin­cies en bedrij­ven tui­nen, par­ken, bedrij­ven­ter­rei­nen of stuk­ken natuur behe­ren, kun­nen een bij­dra­ge leve­ren. Het gazon bloem­rijk inzaai­en helpt al. Echt zoden aan de dijk zet het wan­neer er door meer­de­re par­tij­en wordt samen­ge­werkt bij het bij­vrien­de­lij­ker maken van tui­nen of bedrijfs­ter­rei­nen. Ide­a­li­ter ont­staat er in een regio door samen­wer­king op land­schaps­ni­veau een robuust net­werk voor bij­en, hom­mels en zweef­vlie­gen waar­door de bestui­ving en daar­mee de pro­duc­tie van honing ver­ze­kerd wordt.
Nieu­we vorm van samen­wer­king
Dries­sen: ‘we wer­ken aan een voor Neder­land nieu­we vorm van samen­wer­ken in een regio. Over­he­den, bedrij­ven, bur­gers, weten­schap, ter­rein­be­heer­ders enz. nemen samen hun ver­ant­woor­de­lijk­heid. De basis voor de samen­wer­king is het gedeel­de besef – een gevoel van urgen­tie — dat er ener­giek en resul­taat­ge­richt moet wor­den samen­ge­werkt als we de bij­en­sterf­te wil­len keren. Voor mij als bestuur­der is dat een heel inte­res­san­te ont­wik­ke­ling waar­aan ik graag bij­draag’.
De Groe­ne Cir­kel Bij­en­land­schap heeft al een aan­tal pro­jec­ten ont­wik­keld en uit­ge­voerd. Via onze site ‘De Groe­ne Stad’ zul­len wij u van deze pro­jec­ten op de hoog­te hou­den!
Zie ook Groe­ne Cir­kels: http://www.groenecirkels.nl/nl/groenecirkels.htm