Arnhemse Klimaatboom de eerste ter wereld

Op 16 september is in Arnhem op het Graaf Ottoplein, de eerste ‘stadsklimaatboom’ ter wereld geplant. Het is een jonge honingboom die symbolisch is omgedoopt to ‘stadsklimaatboom’. De boom is een initiatief van onder meer de gemeente Arnhem naar aanleiding van de presentatie in november vorig jaar van het boek ‘Het weer in de stad’ van Sanda Lenzholzer, verbonden aan de Universiteit van Wageningen en zelf bewoner van de wijk. In haar boek zet Sanda Lenzholzer uiteen op welke manieren in het ontwerp van steden rekening gehouden kan worden met ‘thermisch comfort’. Kortom: hoe richten we onze steden zo in dat het in de zomers niet te warm en in de winters niet te koud is.
Urban heat island effect
Het Sonsbeekkwartier is een wijk die kampt met hitteproblemen, het zogenoemde ‘urban heat island effect’(hitte-eiland effect). Hieronder wordt het fenomeen verstaan dat de temperatuur in een stedelijk gebied gemiddeld hoger is dan in het omliggende landelijk gebied. De belangrijkste oorzaken van het urban heat island effect zijn de absorptie van zonlicht door de in de stad aanwezige donkere materialen en de relatief lage windsnelheden.
‘Deze zomer hebben velen weer last gehad van de stadse hitte: vaak was het te warm om te werken of te slapen. Dat is een van de gevolgen van stedelijke hitte-eilanden. “Maar er zijn manieren om dit aan te pakken,” zegt Sanda Lenzholzer. “Een van de meest effectieve daarvan is het planten van bomen. Bomen geven schaduw en verhinderen zo de opwarming van de stad. Ze verdampen water via de huidmondjes, wat de temperatuur extra tempert. Daarnaast zorgt een boom voor het filteren van fijn stof en andere luchtvervuiling. Een boom beïnvloedt het stadsklimaat dus heel positief.”
Mini symposium
Wethouder Henk Kok, namens Groenlinks verantwoordelijk voor het dossier duurzaamheid, mocht de boom feestelijk inwijden. Daarna volgde een mini-symposium over het stadsklimaat in de wijk, waar lokale sprekers inzicht gaven in veelbelovende manieren om het stadsklimaat te verbeteren.
 
Foto: Han Koppers (www.hankoppers.nl)