Sjerp Bou­ma (VHG): Groe­ne Stad, onmis­baar plat­form

Inza­me­ling taxus­snoei­sel helpt groe­ne sec­tor beter te pro­fi­le­ren
Sjerp Bou­ma, eige­naar en cre­a­tief vorm­ge­ver van Out­look en Apo­la Groen­pro­jec­ten is sinds 2012 bestuurs­lid van de groe­ne onder­ne­mers­ver­e­ni­ging VHG. Hij was en is nog steeds ini­ti­a­tief­ne­mer en motor ach­ter de taxus­ac­tie ‘Snoei­en voor Leven’. In het kader van die actie wordt ook dit jaar in de zomer­maan­den weer een gro­te hoe­veel­heid taxus­snoei­sel bin­nen­ge­haald, waar­uit bac­ca­ti­ne wordt gewon­nen, grond­stof voor kan­ker­be­strij­den­de genees­mid­de­len. Maar de taxus­ac­tie is slechts één van de acti­vi­tei­ten waar­mee de VHG het feno­meen ‘groen’ breed onze de aan­dacht brengt. Tijd voor een inter­view, in vra­gen en ant­woor­den.
 
U bent ini­ti­a­tor van de taxus­ac­tie, wat gaf voor u de door­slag om deze actie op te zet­ten?
‘Het mooie van de taxus­snoei­sel actie is dat ze twee­le­dig is. Eer­ste doel is zoveel moge­lijk taxus­snoei­sel in te zame­len, zodat het kan wor­den gebruikt als grond­stof voor een medi­cijn tegen bepaal­de vor­men van kan­ker. Wat wij nor­maal weg­gooi­en als afval vormt de basis­stof voor che­mo­the­ra­pie. Wij von­den het als ver­e­ni­ging, als VHG, belang­rijk om daar wat mee te doen. Vorig jaar zijn we ermee aan de slag gegaan, dit jaar heb­ben we de actie ver­der uit­ge­werkt en eraan gewerkt om zoveel moge­lijk hove­niers bij de actie te betrek­ken.
Door de inza­mel­ac­tie maken we een kop­pe­ling, in de beeld­vor­ming, tus­sen aan de ene kant ‘groen’ en het nut van groen en aan de ande­re kant de inzet van ons als sec­tor, de hove­niers, om zich te pro­fi­le­ren als maat­schap­pe­lijk bewus­te onder­ne­mers. Maat­schap­pe­lijk onder­ne­mend bezig zijn, maar daar­naast ook de groe­ne bood­schap onder­steu­nen.
Dit jaar heb­ben wij ook gemeen­ten bena­derd om te zien of zij wil­den deel­ne­men aan de actie. Wij heb­ben gepro­beerd klei­ne­re hove­niers te clus­te­ren. Zo is het voor hen logis­tiek gemak­ke­lij­ker hun snoei­sel in te zame­len en in te leve­ren. Samen kun je zoveel meer berei­ken en door het dit jaar veel gro­ter aan te pak­ken hopen we dat de uit­ein­de­lij­ke opbrengst ook gro­ter is. ‘
 
Bent u tevre­den over het aan­tal deel­ne­mers dat momen­teel zich inzet voor deze actie?
‘Natuur­lijk zijn wij trots en tevre­den met de hove­niers die op dit moment mee­doen, maar het kan altijd beter. In begin­sel kun­nen alle klei­ne en gro­te hove­niers mee­doen aan het inza­me­len, maar zover zijn we nog niet. Vol­gend jaar wil­len we nog eer­der aan­dacht cre­ë­ren voor de actie door op net­werk­bij­een­kom­sten ons ver­haal te doen.
Wat hove­niers op dit moment nog tegen­houdt is dat zij bang zijn dat het veel extra werk is. Maar die angst is over­dre­ven. Het eni­ge wat zij hoe­ven te doen is het afval, dat zij nor­maal zou­den afvoe­ren, opvan­gen en bewa­ren tot­dat het wordt opge­haald. Door onze part­ners van Ver­groot de Hoop wordt het snoei­sel opge­haald en ver­za­meld in gro­te bak­ken. Je moet men­sen even een zet­je geven, ze goed infor­me­ren en over­tui­gen.’
 
Heeft u nog bij­zon­de­re acties onder­no­men om men­sen te betrek­ken bij dit ini­ti­a­tief?
‘Wij heb­ben in onze VHG-nieuws­brief dui­de­lijk gemaakt dat wij dit jaar weer zou­den deel­ne­men. Ook heb­ben we onze net­werk­bij­een­kom­sten daar­voor gebruikt. Nu is de opvol­ging, de fol­low-up essen­ti­eel. Laten zien dat deze actie suc­ces­vol is, dat suc­ces uit­dra­gen. Zo wordt het vol­gend jaar voor nog meer hove­niers een van­zelf­spre­ken­de keu­ze om ook mee te doen. Som­mi­ge van onze leden heb­ben het doel nog niet hel­der voor ogen. Die kun­nen we over­ha­len door de suc­ces­ver­ha­len van ande­re deel­ne­mers uit te dra­gen. Dat kan ook, want de reac­ties van hove­niers die wel mee­doen zijn ont­zet­tend posi­tief. Onze rol is het alle­maal zo te orga­ni­se­ren dat de leden het taxus­snoei­sel alleen nog maar moe­ten inza­me­len en inle­ve­ren.’
 
 Deze taxus­in­za­me­ling laat een spe­ci­fiek aspect zien van het belang van ‘groen’. Wat vindt u van de ‘Groe­ne Stad’, als plat­form? Is een der­ge­lijk plat­form, met het belang van ‘groen’ als bood­schap,  nut­tig voor groen­voor­zie­ners?
‘Ik vind de ‘Groe­ne Stad’ enorm belang­rijk, als plat­form. ‘Groen’ is een hele tijd alleen maar gezien als deco­ra­tie, als een kos­ten­post. Maar je ziet over­al dat het besef van de waar­de van groen, de manie­ren waar­op een Groe­ne Stad bij­draagt aan een gezon­de leef­om­ge­ving, aan een leef­ba­re stad, toe­neemt. Maar je moet dat inzicht wel aan de man zien te bren­gen en ervoor zor­gen dat het door­werkt in het beleid van over­he­den en par­ti­cu­lie­ren. Hoe beter je deze bood­schap kunt ver­pak­ken en uit­leg­gen, hoe dui­de­lij­ker het wordt.
Als VHG zijn wij con­stant bezig om die groe­ne bood­schap te ver­sprei­den. Een goe­de actie die het groe­ne bewust­zijn ver­groot is een enor­me aan­winst voor de inwo­ners van een stad en de groen­voor­zie­ners zelf. Maar hoe krijg je zo’n bood­schap over de büh­ne? Daar­voor is zo’n plat­form als de Groe­ne Stad eigen­lijk onmis­baar. Er wor­den suc­ces­vol­le casus­sen getoond, weten­schap­pe­lij­ke onder­zoe­ken wor­den gepu­bli­ceerd die argu­men­ten aan­dra­gen voor de stel­ling dat groen essen­ti­eel is voor het wel­zijn van een stad. De Groe­ne Stad ver­schaft idee­ën en inspi­ra­tie voor plan­nen om onze ste­den groe­ner te maken.
 
Heeft u  voor­beel­den van der­ge­lij­ke idee­ën en van de moge­lij­ke inzet van hove­niers, de VHG-leden?
‘Een enor­me kans voor onze leden vind ik het feit dat wij als groen­voor­zie­ners een oplos­sing kun­nen bie­den voor de water­over­last in een stad. Dat is momen­teel ont­zet­tend actu­eel. Groen in een stad absor­beert heel veel van het regen­wa­ter waar veel ste­den tegen­woor­dig ont­zet­tend veel last en scha­de van onder­vin­den. Wij zet­ten als ver­e­ni­ging sterk in op het weg­ha­len van ste­nen en het daar­voor in de plaats aan­leg­gen van groen.
Naast water­over­last is ook hit­te in veel ste­den een groot pro­bleem en ook daar­te­gen is ver­groe­ning een pro­baat mid­del en ook daar zet­ten wij op in. Nog een argu­ment: het is weten­schap­pe­lijk bewe­zen dat kin­de­ren die in een omge­ving van asfalt en beton gedrags­pro­ble­men ont­wik­ke­len, in een groe­ne omge­ving beter gaan func­ti­o­ne­ren en tot bete­re leer­pres­ta­ties komen.
Het hoe­ven niet per se gro­te inves­te­rin­gen te zijn, maar door klei­ne aan­pas­sin­gen in de omge­ving kun­nen al hele mooie din­gen gere­a­li­seerd wor­den. Een groen­pro­ject hoeft niet duur te zijn om al een enor­me impact te heb­ben op het aan­zien van de stad. Wij als VHG zien het als onze taak het belang daar­van aan alle ver­ant­woor­de­lij­ken dui­de­lijk te maken.’