Nieu­we groe­ne inrich­ting stad daagt uit om te bewe­gen

De gemeen­te Amster­dam gaat nog meer inzet­ten op bewe­gen. Het col­le­ge van B&W heeft dins­dag de ‘Amster­dam­se Beweeg­lo­gi­ca’ vast­ge­steld. Hier­mee kan de stad zo inge­richt wor­den dat Amster­dam­mers meer gaan bewe­gen. Auto­lu­we buur­ten, bre­de­re stoe­pen om te spe­len, meer open zwem­wa­ter, voor­zie­nin­gen voor out­door spor­ters, alter­na­tie­ve fiets­rou­tes en gebou­wen waar­in trap­pen beter zicht­baar zijn dan de lift zijn voor­beel­den van de bewe­gen­de stad.
Wet­hou­der Ruim­te­lij­ke Orde­ning en Sport, Eric van der Burg: “Bewe­gen leidt tot ver­len­ging van het aan­tal gezon­de jaren dat we leven, min­der kans op obe­si­tas, min­der school­uit­val, bete­re resul­ta­ten op school, lage­re zorg­kos­ten, en min­der ziek­te­ver­zuim op het werk. Lang niet alle Amster­dam­mers bewe­gen nu vol­doen­de. Eén op de drie Amster­dam­se vol­was­se­nen vol­doet niet aan de lan­de­lij­ke beweeg­norm van 30 minu­ten per dag. En één op de vijf kin­de­ren in Amster­dam heeft over­ge­wicht of obe­si­tas, hier­van zijn 2500 kin­de­ren zelfs mor­bi­de obe­se. Dat kan en moet beter. Belang­rijk dus om logi­sche beweeg­mo­men­ten zoals van en naar school te sti­mu­le­ren. De inrich­ting van de stad helpt hier­bij”.
Beweeg­lo­gi­ca
Geïn­spi­reerd door de Acti­ve Design Gui­de­li­nes van New York is de Amster­dam­se Beweeg­lo­gi­ca opge­steld. Deze geeft ‘stadsma­kers’ van bin­nen en bui­ten de gemeen­te meer hou­vast om bewe­gen op te nemen in een ont­werp of bij de her­in­rich­ting van buur­ten, par­ken, stra­ten en plei­nen. Zowel in bestaan­de buur­ten als bij nieuw­bouw. Hier­bij wordt reke­ning gehou­den met Amster­dam­mers waar­voor bewe­gen niet even gemak­ke­lijk is. Ver­trek­pun­ten van de Beweeg­lo­gi­ca zijn: ruim baan voor de fiet­ser en voet­gan­ger, sport is om de hoek, de stad is een speel­tuin en in gebou­wen wordt niet stil­ge­ze­ten.
Speel­tui­nen
Er wordt al hard gewerkt aan Amster­dam als Bewe­gen­de Stad. Onder­de­len van de Beweeg­lo­gi­ca wor­den al toe­ge­past en op de proef gesteld. Van der Burg: “De Bewe­gen­de Stad is een leren­de aan­pak. We expe­ri­men­te­ren op ver­schil­len­de plek­ken in de stad. In de H‑buurt in Zuid­oost heb­ben we kin­de­ren speel­tui­nen laten beoor­de­len; wat zijn leu­ke speel­tui­nen om naar­toe te gaan en wel­ke niet? En ze heb­ben hun ‘droom­speel­tuin’ gete­kend. Dit gebrui­ken we bij het ont­werp van nieu­we open­ba­re ruim­te en speel­plek­ken.”
Samen­wer­ken met de buurt
In Oost wordt de open­ba­re ruim­te van de Room­tuin­tjes aan­ge­pakt omdat de inrich­ting niet aan­sluit op het gebruik. Stads­deel Oost werkt samen met de bewo­ners, de jon­ge­ren uit de buurt en de sport­me­de­wer­kers van Dyna­mo aan een open­ba­re ruim­te waar sport en spel cen­traal staan. Als eer­ste wor­den het voet­bal­veld en de tri­bu­ne aan­ge­pakt, waar­bij ook de tri­bu­ne als speel- en beweeg­ele­ment wordt inge­richt. Ook komt er een par­cours met beweeg­toe­stel­len. Van der Burg: “Amster­dam wil een Bewe­gen­de Stad zijn, daar doen we ons uiter­ste best voor.”
Sport­eve­ne­men­ten
Ook gro­te sport­eve­ne­men­ten wor­den gebruikt om de Amster­dam­mer te inspi­re­ren zoals de EK Atle­tiek 2016. Op dit moment zijn in de stad ver­schil­len­de atle­tiek­on­der­de­len in de open­ba­re ruim­te te beoe­fe­nen. Er lig­gen ver­spreid door de stad sprint­ba­nen, kogel­stoot­rin­gen, ver­spring­bak­ken, etc.