Maakt groen in de omgeving van kinderen echt het verschil om gezond op te groeien, of maakt het niet zoveel uit? Wetenschappers zeggen in een artikel in de Volkskrant onafhankelijk van elkaar dat een natuurrijke omgeving heel belangrijk is voor een gezonde jeugd. Maar vooral als de omliggende natuur uitnodigt om te recreëren.
Het klinkt zo logisch: weilanden, bossen en water versus snelwegen, flats en beton. Kinderen die op het platteland opgroeien moeten wel gezonder zijn dan kinderen die opgroeien in de stad. Toch is de plek stad of platteland niet doorslaggevend hoe gezond kinderen opgroeien. Er spelen meer factoren mee. Maar dat er dichtbij huis natuur aanwezig is om in te wandelen, spelen, rennen, klimmen is een zeer belangrijke factor.
Motorische ontwikkeling
Onderzoeker Jordi Sunyer onderzocht een aantal jaar geleden de invloed van natuur op het werkgeheugen, het concentratievermogen en de motorische ontwikkeling op kinderen van 7 tot 10 jaar oud. Zijn onderzoek vond plaats in Barcelona. Kinderen die het minst aan verkeersvervuiling werden blootgesteld, scoorden het best en leken zich sneller te ontwikkelen.
Vroege leefomgeving
Esmée Bijnens, moleculair bioloog, is stellig in het artikel. ‘Kies, als je gezond wilt opgroeien, een plek met voldoende groen.’ Haar onderzoek naar de invloed van de vroege leefomgeving op onze gezondheid is wetenschappelijk opgezet. Zij bekeek de ‘telomeerlengte’ van ruim tweehonderd tweeling uit Oost-Vlaanderen. Een telomeer is een stukje dna aan het uiteinde van een chromosoom. Hoe korter de telomeren, hoe minder buffers je hebt voor ziektes en in het verlengde daarvan hoe minder statistische levensjaren.
Drukke weg
Bijnens zag dat de periode van zwangerschap en de vroege leefomgeving cruciaal zijn omdat de celdeling van kinderen veel sneller verloopt dan die van volwassenen. In haar onderzoek zag ze dat verouderingskenmerken bij tweelingen die opgroeiden nabij een drukke weg sterker aanwezig waren. Ze zag ook een lager geboortegewicht en op jonge leeftijd een hogere bloeddruk.
Fijnstof
De Volkskrant laat ook Bert Brunekreeft, hoogleraar milieu-epidemiologie (Universiteit Utrecht), aan het woord. Hij zegt dat het niet gaat om stad versus platteland. Het gaat om de aanwezigheid van ozon, fijnstof, stikstofdioxide en zwaveldioxide in de lucht. In de buurt van intensieve veehouderij, het Ruhrgebied, de Rotterdamse haven of een grote snelweg is de concentratie van deze stoffen hoger. Brunekreeft adviseert om voor wonen, werken en school een beetje uit de buurt van deze plekken te blijven.
Recreatie
Brunekreeft zegt dat de aanwezigheid van groen niet genoeg is. ‘Zoek een omgeving die actieve recreatie in de buitenlucht stimuleert. Beweeg je actief en dus niet gemotoriseerd door het leven en vermijd ook daarbij weer drukke wegen waar mogelijk.’ Overigens ziet hij dat gezond opgroeien vooral afhangt van de sociaal-economische status van ouders.
Sociale status ouders
Dat laatste bevestigt hoogleraar en omgevingspsycholoog Agnes van den Berg. Hoe minder welgesteld, hoe meer deze groep behoefte heeft aan groen dat laagdrempelig te bereiken is, vermoedt Van den Berg. ‘Deze mensen komen vaak uit zichzelf niet op het idee om met hun kinderen de natuur in te trekken, of hebben er de middelen niet voor. Het is daarom belangrijk dat het groen gewoon om de hoek ligt.’
Bron: kinderopvangtotaal.nl