Natuur­lij­ke bui­ten­speel­plaat­sen

Wat kin­de­ren het liefst doen is lek­ker bui­ten spe­len. De laat­ste jaren heeft het bui­ten­spe­len ech­ter een gro­te con­cur­rent gevon­den in de tablet en de spel­com­pu­ter, met als gevolg dat op steeds jon­ge­re leef­tijd kin­de­ren met over­ge­wicht te kam­pen heb­ben.
Het is dus zaak om het bui­ten­spe­len net zo inte­res­sant te maken als een avon­tu­ren­ga­me op de pc. Een manier om dit te berei­ken, is het bou­wen van een natuur­lij­ke bui­ten­speel­plaats. Zowel bij scho­len, bui­ten­school­se opvang en crè­ches als mid­den in de natuur vin­den we natuur­lij­ke bui­ten­speel­plaat­sen.
Een groe­ne speel­plek bevat paad­jes, heu­vels, bos­jes, zand en water. Door het plaat­sen van natuur­lij­ke mate­ri­a­len (zoals gro­te natuur­ste­nen of hou­ten palen) – uiter­aard in lijn met de gel­den­de vei­lig­heids­voor­schrif­ten- kun­nen kin­de­ren hun fan­ta­sie de vrije loop laten.
Waar­om is bui­ten­spe­len eigen­lijk zo belang­rijk?
Vol­gens het Lan­de­lijk Peda­go­gen­plat­form Kin­der­op­vang is er een wezen­lijk ver­schil tus­sen bin­nen en bui­ten spe­len. Dat ver­schil ligt voor­al in de zin­tui­ge­lij­ke erva­rin­gen die bui­ten­spe­len met zich mee­bren­gen. Bui­ten is voor kin­de­ren een rij­ke en leven­de speelom­ge­ving: bui­ten zijn geu­ren, er is de warm­te van de zon, er zijn bewe­gen­de scha­du­wen en er is steeds ver­an­de­rend licht. Daar­bij mogen kin­de­ren bui­ten beweeg­lijk zijn en is het niet erg om vies te wor­den. Ten­slot­te komen kin­de­ren door bui­ten te spe­len al vroeg in aan­ra­king met de natuur en die ken­nis nemen ze een leven lang met zich mee.