Wage­ning­se onder­zoe­kers meten Utrecht­se stads­warm­te

Het war­me weer van de laat­ste dagen geeft Wage­ning­se onder­zoe­kers de gele­gen­heid het stads­kli­maat van de bin­nen­stad in kaart te bren­gen. Tot vrij­dag moni­to­ren twee bak­fiet­sen het loka­le micro­kli­maat om de rela­tie met de tem­pe­ra­tuur­be­le­ving van de bewo­ners en bezoe­kers in kaart te bren­gen.

Mede­wer­kers en stu­den­ten van Wage­nin­gen Uni­ver­si­ty, onder­deel van Wage­nin­gen UR, con­sta­te­ren dat de men­sen in de ver­schil­len­de Utrecht­se wij­ken het weer van de afge­lo­pen dagen meren­deels als com­for­ta­bel erva­ren. Maar som­mi­gen vin­den lucht­tem­pe­ra­tu­ren tot 30 gra­den en gevoel­s­tem­pe­ra­tu­ren tot 40 gra­den gewoon te heet.

Inrich­ting van ste­de­lij­ke ruim­te
Waar­om de één het heet en de ander het wel lek­ker vindt, ligt onder ande­re aan de inrich­ting van de ste­de­lij­ke ruim­te. Om inzicht te krij­gen in de invloed van ver­schil­len­de inrich­tings­ele­men­ten, zoals groen, mate­ri­a­len­ge­bruik en water, zoals in grach­ten, op het micro­kli­maat zijn twee onder­zoeks­groe­pen van Wage­nin­gen Uni­ver­si­ty een meet­cam­pag­ne begon­nen. Daar­in wor­den via inter­views ook expli­ciet aan stads­be­wo­ners vra­gen gesteld om inzicht te krij­gen in hun bele­ving van de tem­pe­ra­tuur.

7 gra­den ver­schil
De twee bak­fiet­sen moni­to­ren het micro­kli­maat al sinds afge­lo­pen zater­dag over­dag en zelf ’s nachts. De lang­ste con­ti­nue meting liep van afge­lo­pen maan­dag­avond zes uur tot woens­dag­och­tend half twee. Stu­den­ten van de Wage­ning­se uni­ver­si­teit namen de nach­te­lij­ke fiet­su­ren voor hun reke­ning. Het meet­team mat ‘s avonds meer dan 7 gra­den ver­schil tus­sen de Utrecht­se bin­nen­stad en het bui­ten­ge­bied. De meet­cam­pag­ne is opge­zet door de leer­stoel­groe­pen Mete­o­ro­lo­gie en lucht­kwa­li­teit en de groep Land­schaps­ar­chi­tec­tuur van Wage­nin­gen Uni­ver­si­ty.

Bron:
WUR