Stadslandbouw neemt toe en kan 10 procent van lokale voedselvraag produceren

Een groeiend aantal Nederlandse steden doet mee aan initiatieven voor voedselproductie in de stad en de stadsrandzone. Deze voedselproductie is bestemd voor de lokale inwoners. In theorie kan een stad voor ongeveer 10 procent zelfvoorzienend zijn. De procedures tot toestemming voor een stadstuin duren nog lang, maar uitgebreide plannen zijn er wel. De integratie van stedenbouw, voeding en groen verbindt actuele thema’s als gezondheid, groen, duurzaamheid, tijdelijk ruimtegebruik en de relatie tussen stad en regio.

Volgens Annelies Kuiper (‘dakboerin’) is er in Nederland 345 miljoen vierkante meter plat dak beschikbaar. Een aanzienlijk deel daarvan is geschikt voor de aanleg van een moestuin op het dak. Dit geldt voor zowel particuliere als overheidsgebouwen. Stadslandbouw in de vorm van platdaken kent de volgende voordelen:
• De moestuin fungeert als isolatie, regenwater afvang en leefruimte voor insecten en vogels. Absorptie van regenwater kan bij overmatige neerslag schade aan de riolering voorkomen.
• De grond is – in tegenstelling tot op braakliggende terreinen in de stad – niet vervuild.
• Er zijn meer zonne-uren dan in een gewone tuin.
• Daktuinen nemen CO2 op en bevorderen de luchtkwaliteit.
• Daktuinen verminderen transportvervuiling, omdat de oogst in de buurt wordt gegeten.
• Het voedsel komt verser en gezonder bij de consument.
• Door daktuinen kunnen kinderen leren hoe groente en fruit groeien.

Steeds meer gemeenten ondersteunen stadslandbouw-initiatieven
Diverse gemeenten experimenteren met het concept stadslandbouw. Zij ondersteunen uiteenlopende initiatieven met subsidie. De gemeente Almere lanceerde bijvoorbeeld een Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere. In deze stichting ligt de nadruk op het creëren van een gezonde stad waaraan landbouw en voedsel een belangrijke bijdrage leveren. Het doel is dat deze initiatieven, na eventueel een startperiode met subsidie, bedrijfsmatig gaan functioneren. Andere betrokken steden zijn Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Ondanks welwillendheid van gemeenten kan de ontwikkeling van initiatieven nog veel tijd in beslag nemen. De gemeente Haarlem geeft bijvoorbeeld aan dat alle gebruikelijke ruimtelijke procedures gevolgd moeten worden.

Stadslandbouw legt nieuwe verbindingen tussen stad en regio
Vanuit het uitgangspunt dat landbouwpotenties volop moeten worden benut in zowel stad als regio, ontstaan er nieuwe verbindingen tussen steden en regio’s. Een verandering ten opzichte van traditionele landbouw is dat er wordt gezocht naar vraaggestuurde ontwikkeling. Startpunt hierbij is een scherpe vraagarticulatie vanuit de stad.

Bron:
Nicis Institute