'Park goed voor sociale cohesie'

Stadsparken zijn een goede ontmoetingsplek voor verschillende etnische groepen. Een goede inrichting leidt ertoe dat er voor elk wat wils, stelt Karin Peters in het laatste nummer van Urban Forestry and Urban Greening.
Peters, verbonden aan de leerstoelgroep Sociaal-ruimtelijke analyse, onderzocht in vijf stadsparken in Utrecht, Arnhem, Nijmegen en Haarlem wat autochtonen en Nederlanders van Turkse en Marokkaanse afkomst zoal in stadsparken doen en wat ze er waarderen. Iedereen vond de parken een ontspannen plek om rond te hangen en gezellig samen te zijn met familie of vrienden. De autochtone Nederlanders fietsen en wandelen wat vaker; de Turkse en Marokkaanse Nederlanders zitten vaker in grote groepen te picknicken.
 
 
 
‘Park leidt tot familiariteit’
Bezoekers komen niet naar het park om mensen uit andere culturen te ontmoeten, maar vinden de verscheidenheid leuk om mee te maken. Soms komt het tot een praatje, meestal via de hond of de kinderen. €˜Het park leidt tot familiariteit€™, zegt Peters, €˜omdat mensen zich er op hun gemak voelen. In de publieke ruimte krijgen mensen een gevoel in wat voor samenleving ze leven. In de winkelstraat krijg je ook een beeld, maar die plek is veel vluchtiger en functioneler.
Aantrekkelijk voor mensen van alle leeftijden en etnische achtergronden
De inrichting van het park kan helpen om die aantrekkelijk te maken voor mensen van alle leeftijden en etnische achtergronden. Een goed grasveld om op te voetballen is een goede ontmoetingsplek in het park. In het Thiemepark in Nijmegen is het grasveld met opzet op een helling gelegd, zodat er niet gevoetbald kan worden. Zo beperk je de mobiliteit van mensen, maar bied je wel meer ruimte om rustig te kletsen en wat te eten. Naast voetbalveldjes zorgen voldoende zit- en schaduwplekken ervoor dat mensen graag in een stadspark komen. Verder zien de allochtonen graag voorzieningen om te kunnen barbecueën en een koffiehuis in het park. Een goede inrichting zorgt er mede voor dat iedereen zich welkom voelt in het park, zegt Peters, zodat niet een bepaalde groep de overhand krijgt.
Bron:
Resource – Wageningen UR