De meeste Nederlanders zijn tevreden over het groen in hun directe woonomgeving en in een straal van 15 kilometer daaromheen. Dat geldt iets minder voor mensen in de grote steden dan voor mensen daarbuiten. De tevredenheid is het laagst in de 40 aandachtswijken.
Dat blijkt uit de Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte 2009 die Alterra in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving maakte.
De Belevingswaardenmonitor is bedoeld om veranderingen in tevredenheid te kunnen meten en te kunnen vaststellen of de beleidsdoelstellingen voor de aantrekkelijkheid van het landschap en tevredenheid over het groen in en om de stad worden gehaald.
Volgens Tineke de Boer en Mirjam de Groot is de tevredenheid over het groen in de eigen leefomgeving in vergelijking met de eerste meting uit 2006 wat minder geworden. Het landschap krijgt van de respondenten wel een iets hoger cijfer dan drie jaar geleden. Zij tekenen daarbij aan dat de vraagstelling over het landschap wel enigszins anders was dan tijdens de eerste meting en dat zou het verschil kunnen verklaren.
Tevreden over hoeveelheid groen
Samenvattend blijkt uit de monitor dat bewoners vooral tevreden zijn over de hoeveelheid groen en bereikbaarheid ervan. Ze zijn wat minder tevreden over het natuurlijke karakter van het groen. Bijna een derde van de ondervraagden gaat minstens een keer per maand naar een natuurgebied. Agrarische gebieden, parken en recreatieparken worden veel minder vaak bezocht. Een derde van de bevolking komt hier nooit.
De onderzoekers denken dat het goed is om in de komende metingen ook te onderzoeken in hoeverre fysieke veranderingen in de buurt of in natuurgebieden reden kan zijn voor veranderingen in de tevredenheid van mensen over het groen.
Bron:
Alterra