‘Natuur­in­clu­sief bou­wen is voor ons van­zelf­spre­kend…’

De Groe­ne Stad inter­view­de Jan-Wil­lem Burg­mans, team­lei­der Land­schap en Eco­lo­gie bij Heij­mans.
Een saaie vraag om mee te begin­nen: wat is uw ver­ant­woor­de­lijk­heid?
Mijn team richt zich op het ‘groe­ne domein’ in ver­schil­len­de fasen van een pro­ject: ont­werp – bouw – onder­houd. Dat bete­kent dat we ons met een sca­la van onder­wer­pen bezig­hou­den: natuur­wet­ge­ving, het ont­wer­pen van fau­nap­as­sa­ges bij wegen of voor­zie­nin­gen voor vleer­mui­zen in gebou­wen. Maar ook zet­ten we ons in voor eco­lo­gisch groen­be­heer. Door de breed­te is samen­wer­king met ver­schil­len­de exter­ne spe­ci­a­lis­ten nodig. Per pro­ject orga­ni­se­ren we de beno­dig­de ken­nis.
Neder­land staat voor een enor­me bouw­op­ga­ve, een mil­joen wonin­gen voor 2030. Maar de eisen m.b.t. duur­zaam­heid, natuur­in­clu­sief bou­wen, lage ener­gie­kos­ten wor­den steeds gro­ter. Gaat dat samen?
Natuur­lijk is dat een uit­da­ging. Als het gaat om thema’s als duur­zaam­heid en natuur­in­clu­sief bou­wen moet je niet naar afzon­der­lij­ke objec­ten kij­ken, maar naar aan­dachts­vel­den, naar gebie­den. Denk aan gemeen­schap­pe­lij­ke ener­gie­voor­zie­nin­gen, een water­kring­loop op gebieds­ni­veau en ont­wik­ke­ling van groen­struc­tu­ren die door­lo­pen op ver­schil­len­de maai­vel­den.
Bij uw bedrijf staat duur­zaam­heid hoog in het vaan­del, hoe diep zit dat?
Behoor­lijk diep. Duur­zaam­heid is een the­ma dat van­uit ver­schil­len­de kan­ten wordt gevoed. Zeker ook van bin­nen­uit. Heij­mans heeft duur­zaam­heids-ambi­ties, we wil­len bij­dra­gen aan een gezon­de leef­om­ge­ving. Maar ook onze klan­ten vra­gen erom. Duur­zaam­heid is tegen­woor­dig een breed gedra­gen maat­schap­pe­lijk the­ma. We stel­len de klant, zijn wen­sen en in het ver­leng­de daar­van, de eind­ge­brui­ker cen­traal. Als je dat ver­taalt naar een pro­ject op het vlak van infra­struc­tuur bete­kent dit dat we niet alleen den­ken van­uit de weg­be­heer­der. We ver­plaat­sen ons ook in de auto­mo­bi­list of fiet­ser. Bij woning­bouw en vast­goed wil­len we zaken toe­voe­gen die de uit­ein­de­lij­ke bewo­ner of gebrui­ker waar­deert. Kort­om, we wil­len aan­slui­ten bij de wen­sen die leven in de samen­le­ving.
En de ambi­ties wat betreft mili­eu­vraag­stuk­ken?
We heb­ben spe­ci­a­lis­ti­sche ken­nis in huis, maar het is onze erva­ring dat samen­wer­king met ande­re bedrij­ven en ande­re ken­nis­vel­den de groot­ste duur­zaam­heids­winst ople­vert. Het samen­spel met ande­re spe­lers uit de bouw­ke­ten is meer dan alleen inspi­re­rend, de uit­kom­sten zijn vaak con­creet en ver­ras­send inno­va­tief. Ik denk dat we zeker horen bij de kop­lo­pers van de groep ‘inte­gra­le bou­wers’.
Onze ambi­ties? We wer­ken samen met New Hori­zon. Ons bedrijf levert sloop­ma­te­ri­aal aan en neemt mate­ri­a­len die kun­nen wor­den her­ge­bruikt, af. Een ander pro­ject ligt op het vlak van mobi­li­teit. In Amster­dam heb­ben we recent een pilot met Post­NL afge­rond. Pro­duc­ten en mate­ri­a­len die we nodig had­den op ver­schil­len­de bouw­lo­ca­ties wer­den bij een over­slag­punt aan de rand van de stad afge­le­verd. Daar wer­den ze over­ge­la­den op elek­tri­sche voer­tui­gen van Post­NL die ze ver­vol­gens op de pro­ject­lo­ca­ties aan ons bezorg­de. Hier­door heb­ben we de CO2-uit­stoot en fijn­stof­pro­duc­tie aan­zien­lijk ver­min­derd en over­last voor de omge­ving beperkt. Intern zijn we ook bezig. We wil­len in 2021 al het ver­pak­kings­ma­te­ri­aal op onze kan­to­ren en pro­jec­ten 100 pro­cent cir­cu­lair heb­ben.
Zijn de programma’s van eisen van opdracht­ge­vers ver­an­derd?
Ik ben heel blij met het toe­ne­men­de maat­schap­pe­lij­ke bewust­zijn met betrek­king tot duurzaamheidsthema’s. Daar hoort ook zeker de groei­en­de aan­dacht voor bio­di­ver­si­teit bij. Je vindt dat terug in wat onze klan­ten van ons vra­gen, maar dat is niet het eni­ge. We heb­ben ook ons­zelf doel­stel­lin­gen opge­legd. In 2023 bestaat ons bedrijf 100 jaar. Ons doel is dat we dan heb­ben bereikt dat ál onze pro­jec­ten bij­dra­gen aan meer bio­di­ver­si­teit, kli­maat­adap­ta­tie en vei­lig­heid.
Iets heel anders. ‘Vol­le ste­den’, Lei­den bij­voor­beeld, heb­ben ook groe­ne ambi­ties. Is er daar ruim­te voor?
Oude bin­nen­ste­den beschik­ken vaak al over een aan­zien­lij­ke natuur­waar­de. Ik moet toe­ge­ven dat in veel bouw­pro­jec­ten van de afge­lo­pen tien­tal­len jaren natuur niet altijd vol­doen­de aan­dacht heeft gekre­gen. Wij den­ken dat groen ook in de nieu­we bouw­op­ga­ve goed kan wor­den geïn­te­greerd. Je noemt Lei­den, kijk eens naar een pro­ject als Kooi­plein. Het plan bevat een groe­ne as die de wij­ken ten noor­den en zui­den van de Kooil­aan ver­bindt. Er wordt een groen hart gege­ven aan het Kooi­plein. In de plan­nen staan o.a. groe­ne daken, gedeel­de en pri­vé dak­tui­nen en een open­baar dak­park. Niet alleen voor Lei­den, maar voor veel ste­den ligt er een opga­ve om te ‘ver­dich­ten’. Ik denk dat dat goed te com­bi­ne­ren valt met het toe­voe­gen van natuur­waar­den. Je moet je rea­li­se­ren dat bio­di­ver­si­teit niet alleen is ver­bon­den aan het ‘klas­sie­ke maai­veld’. Ook nieu­we ver­ti­ca­le groe­ne wan­den en nieu­we maai­vel­den zoals daken gaan veel bete­ken voor nieu­we stads­na­tuur. Door deze moge­lijk­he­den met elkaar te ver­bin­den ont­staat een ste­de­lijk eco­sys­teem met kan­sen voor heel veel soor­ten. En, niet te ver­ge­ten: er ont­staat een hele fij­ne leef­om­ge­ving voor de bewo­ners.
U bent trots op de nieuw­bouw­wijk Parijsch in Culem­borg. Wat is er bij­zon­der aan?
We wer­ken op die ont­wik­kel­lo­ca­tie samen met veel par­tij­en. Doel is om een geheel nieu­we woon­wijk met de intri­ge­ren­de naam Parijsch te cre­ë­ren. Uit­gangs­punt van alle betrok­ke­nen is ‘natuur­in­clu­sief bou­wen’. Er ont­staat daar echt iets heel moois. Er wor­den voor­zie­nin­gen voor vleer­mui­zen en vogels gere­a­li­seerd, bewo­ners kun­nen met de inrich­ting van hun tuin een groen net­werk hel­pen maken, de gemeen­te ont­werpt samen met bewo­ners een park waar­in natuur een belang­rij­ke plek krijgt en er wordt nage­dacht over het toe­kom­stig natuur­vrien­de­lij­ke beheer van de open­ba­re ruim­te… Het wordt een natuur inclu­sie­ve woon­wijk. Het park mid­den in de wijk krijgt een func­tie als ont­moe­tings­plaats voor bewo­ners. We berei­ken door samen­wer­king een ver­nieu­wend eind­re­sul­taat… Dat noem ik ‘inno­va­tie’.
U bent een bevlo­gen bou­wer, waar komen die aan­dacht voor groen van­daan?
Ik ben van huis uit bio­loog en dus ben ik gewend om in net­wer­ken en sys­te­men te den­ken. Ik zie heel goed de inter­ac­tie tus­sen mens en natuur. Niet alleen voor pri­mai­re behoef­tes zoals zuur­stof water en voed­sel zijn we afhan­ke­lijk van de natuur, maar ook voor wel­zijn in bre­de zin. Veel men­sen den­ken dat de natuur afhan­ke­lijk is van ons, maar het is natuur­lijk anders­om. Als men­sen zich daar­van bewust wor­den, moti­veert dat gedrags­ver­an­de­ring.
Hoe kun­nen par­ti­cu­lie­re huis­ei­ge­na­ren bij­dra­gen aan een groe­ne­re stad?
Wees lek­ker lui en sta ver­rom­me­ling in je tuin toe. Het is echt niet nodig om alle bla­de­ren op te rui­men, alle onkrui­den te bestrij­den of alle ande­re plan­ten in je gazon te ver­del­gen. Vogels, plan­ten en insec­ten zul­len je dank­baar zijn. Besef ook dat onkruid niet bestaat. De plan­ten die spon­taan in je tuin gaan groei­en zijn vaak de voor die plek meest logi­sche soor­ten. Door niet tegen de natuur in te wer­ken, houd je tijd over om die te bestu­de­ren. Dan kom je erach­ter dat wat je eerst als rom­mel zag juist een bron van leven is waar veel in te ont­dek­ken valt.