Natuur en gezond­heid

Groen in de omge­ving blijkt gun­stig voor gezond­heid. Veel men­sen ken­nen uit erva­ring het pret­ti­ge effect van een uit­zicht op bomen of een wan­de­ling door een park. In de zorg wordt gere­geld gewerkt met wat groen voor patiënten kan doen, bij­voor­beeld in‘helende tui­nen’ of op zorg­boer­de­rij­en. Maar het blijft niet bij intuïties. Zeer uit­een­lo­pend weten­schap­pe­lijk onder­zoek wijst erop dat ver­blijf in een ‘groene’ omge­ving inder­daad gun­stig kan zijn voor gezond­heid en wel­be­vin­den. Zelfs uit­zicht op een stads­park helpt men­sen al te her­stel­len van stress, wat de kans op stress­ge­re­la­teer­de ziek­te weer kan ver­min­de­ren. Dit schrij­ven de Gezond­heids­raad en de Raad voor Ruim­te­lijk, Mili­eu- en Natuur­on­der­zoek in een eer­ste deel­ad­vies Natuur en gezond­heid dat op 6 juni 2004 is aan­ge­bo­den aan bewinds­lie­den van VROM, LNV en VWS.
Tref­woor­den bij deze publi­ca­tie: leef­om­ge­ving, gezond­heids­be­leid, bewe­gen, soci­aal con­tact, kin­de­ren.