Inves­te­ren in groen: gezond­heids­winst voor ieder­een

In een oproep aan het nieu­we kabi­net geven bestuur­ders uit de sec­tor aan dat er veel gezond­heids­winst is te beha­len door gebruik te maken van groen in ste­de­lij­ke gebie­den. Dat levert een for­se ver­min­de­ring op van de zorg­kos­ten.
De kos­ten van de gezond­heids­zorg nemen fors toe. Voor de sec­tor aan­lei­ding om na te den­ken over nog onbe­nut­te moge­lijk­he­den om die kos­ten meer in de hand te hou­den. En dat kan, beto­gen bestuur­ders van GGD Neder­land, zorg­ver­ze­ke­raar Men­zis, Zie­ken­huis Gel­der­se Val­lei, het Neder­lands Insti­tuut voor Sport en Bewe­gen, Big Move, Trim­bos insti­tuut en Alter­ra Wage­nin­gen UR. Door gebruik te maken van de kracht van groen is, voor­al in ste­de­lij­ke gebie­den, veel gezond­heids­winst te beha­len. Dat levert een for­se ver­min­de­ring op van de druk op de gezond­heids­zorg. Min­der kos­ten voor ziek­te­ver­zuim, een bete­re alge­me­ne gezond­heid en min­der risico’€™s op wel­vaarts­ziek­ten. Een win-win situ­a­tie dus.
Meer aan­dacht te geven aan pre­ven­tie
Het wordt hoog tijd om seri­eus te gaan inves­te­ren in gezond­heid. Daar valt veel te halen: een ver­be­te­ring van de kwa­li­teit van leven, gezon­de­re leef­stijl, eco­no­mi­sche voor­de­len, soci­a­le cohe­sie en een hoge­re kwa­li­teit van de omge­ving. Half sep­tem­ber heb­ben in dit kader con­su­men­ten, pati­ën­ten, zorg­aan­bie­ders, zorg­ver­le­ners en zorg­ver­ze­ke­raars geza­men­lijk een toe­kom­sta­gen­da voor de zorg aan­ge­bo­den aan poli­tiek en samen­le­ving. Een agen­da die tege­moet komt aan de poli­tie­ke en maat­schap­pe­lij­ke wens van kwa­li­teit, toe­gan­ke­lijk­heid en betaal­baar­heid van de zorg. Voor­ge­steld wordt om meer aan­dacht te geven aan pre­ven­tie en om gezond gedrag te sti­mu­le­ren. Het gaat daar­bij niet alleen om een dage­lijks rond­je jog­gen of een weke­lijks bezoek­je aan een sport­school om een begin­nend buik­je weg te wer­ken. Het gaat ook om het terug­drin­gen van wel­vaarts­ziek­ten€™ als depres­sies, obe­si­tas en hoge bloed­druk. Depres­sie is de groot­ste oor­zaak van ver­zuim. Ziek­te­ver­zuim als gevolg van psy­chi­sche aan­doe­nin­gen kost de samen­le­ving jaar­lijks 2,7 mil­jard euro. Over­ge­wicht gaat ook gepaard met hoge kos­ten voor de gezond­heids­zorg, name­lijk 1,2 mil­jard per jaar. Daar­naast draagt over­ge­wicht bij aan arbeids­ver­zuim, waar­van de kos­ten door VNO/NCW op 600 mil­joen euro per jaar wor­den geschat.
Van bui­ten word je beter
De laat­ste jaren zijn er van­uit de omge­vings­psy­cho­lo­gie steeds meer aan­wij­zin­gen dat een groe­ne en natuur­lij­ke omge­ving een posi­tie­ve uit­wer­king heeft op de gezond­heid van men­sen. Dat blijkt bij­voor­beeld uit onder­zoek van het Wage­ning­se onder­zoek­in­sti­tuut Alter­ra, dat in 2000 de dis­cus­sie hier­over al aan­zwen­gel­de in het essay Van bui­ten word je beter€™. Nati­o­naal en inter­na­ti­o­naal onder­zoek wijst ver­der op een posi­tie­ve cor­re­la­tie tus­sen de nabij­heid van natuur en de gezond­heid van men­sen. Deze rela­tie ver­loopt via ver­schil­len­de wegen. Groen vangt fijn stof af en redu­ceert hit­te­stress. Dat laat­ste wordt steeds belang­rij­ker, omdat de tem­pe­ra­tu­ren in de stad mede door kli­maat­ver­an­de­ring en ver­ste­ning steeds hoger oplo­pen. Groen nodigt op zich­zelf al uit tot een gezon­de­re leef­stijl, zoals wan­de­len en fiet­sen, een omme­tje maken of spor­ten. Met name bij kin­de­ren en bij jon­ge­ren tus­sen 12 en 17 is er steeds meer bewijs voor een posi­tie­ve rela­tie tus­sen bewe­gen en de aan­we­zig­heid van vol­doen­de groen in de omge­ving. De aan­we­zig­heid van groen blijkt ook gepaard te gaan met meer soci­a­le samen­hang in een buurt. Ver­der is uit onder­zoek bekend dat groen stress redu­ceert en de con­cen­tra­tie bevor­dert. En ver­ras­send: de  posi­tie­ve effec­ten van de nabij­heid van groen op de gezond­heid blij­ken het grootst voor men­sen die veel thuis zijn, zoals thuis wer­ken­de vrou­wen en oude­ren, en voor men­sen met lage inko­mens en oplei­ding.
Wan­de­len beter dan medi­cij­nen
Men­sen die wonen in een gezon­de omge­ving voe­len zich niet alleen gezon­der, ze komen ook min­der bij de huis­arts. Uit dia­gno­ses van huis­art­sen onder meer dan 300.000 men­sen in Neder­land bleek dat van de 24 ziek­te­beel­den er 18 bedui­dend min­der voor­kwa­men in een omge­ving met groen op min­der dan 1 km van het woon­huis, met name angst­stoor­nis­sen en depres­sie­ve klach­ten. Bij kin­de­ren gold dit effect nog ster­ker. Maar ook gezond­heids­pro­ble­men als hoge bloed­druk, hart­klach­ten, rug- en nek­klach­ten, adem­ha­lings­pro­ble­men, darm­stoor­nis­sen, migrai­ne en dui­ze­lig­heid doen zich min­der vaak voor in groe­ne omge­vin­gen. Uit onder­zoek van het VUmc blijkt dat actief bewe­gen het optre­den van demen­tie tot wel tien jaar uit­stelt. Onder­zoek naar de effec­ti­vi­teit van genees­mid­de­len laat zien dat voor lich­te geval­len van psy­chi­sche klach­ten een half uur wan­de­len bui­ten vaak effec­tie­ver is dan de medi­cij­nen. Daar­naast zijn er ook veel aan­wij­zin­gen dat zie­ke men­sen snel­ler her­stel­len in een groe­ne omge­ving. Uit onder­zoek blijkt bij­voor­beeld dat het aan­tal lig­da­gen in het zie­ken­huis min­der wordt als de zie­ke uit­zicht heeft op groen.
Mil­jar­den­be­spa­ring moge­lijk
De eco­no­mi­sche baten van natuur op gezond­heid kun­nen groot zijn. Advies­bu­reau KPMG heeft recent, op basis van onder­zoek in de Amster­dam­se wijk Bos en Lom­mer, een eer­ste eco­no­mi­sche ver­ta­ling gemaakt van het effect van een groe­ne omge­ving op gezond­heid. €œInves­te­ren in groen leidt tot for­se bespa­rin­gen op zorg­kos­ten en ziekteverzuim,luidt de hoofd­con­clu­sie van dit rap­port. Op basis van bere­ke­nin­gen, weten­schap­pe­lij­ke ken­nis en sta­tis­tie­ken komt KPMG tot de con­clu­sie dat door 10 pro­cent meer groen in Bos en Lom­mer jaar­lijks alleen al 800.000 euro kan wor­den bespaard op de kos­ten van ver­zuim en zorg voor depres­sie­ve pati­ën­ten. Een voor­zich­ti­ge opscha­ling van het effect van meer groen naar de omge­ving van 10 mil­joen men­sen, laat zien dat er dan spra­ke is van een bespa­ring van 400 mil­joen euro. Het groot­ste deel hier­van bestaat uit min­der ver­zuim­kos­ten, omdat jaar­lijks 50.000 men­sen min­der ziek wor­den. En onlangs nog bere­ken­de advies­bu­reau Cap Gemi­ni in opdracht van het minis­te­rie van Soci­a­le Zaken dat een daling van het ziek­te­ver­zuim met 1 pro­cent alle Neder­land­se bedrij­ven samen jaar­lijks 2,6 mil­jard euro aan kos­ten scheelt. Gezon­de werk­ne­mers zor­gen boven­dien voor een hoge­re pro­duc­ti­vi­teit. Een toe­na­me hier­van met 1 pro­cent door duur­zaam wer­ken is goed voor 6 mil­jard euro extra per jaar. Ondanks deze en vele ande­re weten­schap­pe­lij­ke aan­wij­zin­gen wordt er in het over­heids­be­leid en de medi­sche wereld ech­ter nog wei­nig gebruik gemaakt van de gezond­heids­be­vor­de­ren­de effec­ten van groen.
Kabi­net aan zet
De onder­te­ke­naars van deze brief zijn ervan over­tuigd dat inves­te­ren in groen een goed mid­del is om de arbeids­pro­duc­ti­vi­teit en de gezond­heid van de Neder­land­se bevol­king op peil te hou­den. Zo kan er bezui­nigd wor­den zon­der dat dit ten kos­te gaat van de kwa­li­teit of toe­gan­ke­lijk­heid van de zorg. Een nieuw kabi­net kan daar­toe een aan­zet geven. Inves­te­ren in groen loont echt. Niet alleen door het bestaan­de groen toe­gan­ke­lij­ker en meer geschikt te maken voor aller­lei vor­men van gebruik, maar ook door meer groen aan te leg­gen in de ste­den en in hun direc­te omge­ving. Daar­naast door van­uit de gezond­heids­zorg gericht in te zet­ten op €˜natuur op recept€™. Een door­dacht en ver­ant­woord beleid op het gebied van de volks­ge­zond­heid is per defi­ni­tie een beleid dat zich niet alleen richt op kos­ten­be­per­king, maar voor­al op de samen­hang tus­sen gezond­heid en de kwa­li­teit van de leef­om­ge­ving.
Boven­staan­de oproep aan het nieu­we kabi­net is onder­te­kend door de vol­gen­de direc­teu­ren c.q. leden van de Raad van Bestuur:

  • Lau­rent de Vries (GGD Neder­land)
  • Ruben Wen­se­laar (Men­zis)
  • Die­de­ric Klap­wijk (Zie­ken­huis Gel­der­se Val­lei)
  • Rem­co Boer (Neder­lands Insti­tuut voor Sport en Bewe­gen)
  • Louis Overg­oor (Big Move)
  • Jan Wal­burg (Trim­bos insti­tuut)
  • Kees Slin­ger­land (Alter­ra, Wage­nin­gen UR)

Bron:
GGD Neder­land