Crisistijd leidt tot versnelde verandering en grotere creativiteit in groensector

Aan de wetenschap dat groen waarde heeft, wordt niet getornd. Ook niet in crisistijd. Maar om te kunnen blijven investeren in groen moeten burgerinitiatieven meer ruimte krijgen, belemmerende bureaucratie en regelgeving worden ingeperkt, andere samenwerkingsverbanden worden gesmeed, en nieuwe verdienmodellen worden geïmplementeerd.

Daarmee hoeft een crisis niet te leiden tot sombere vooruitzichten voor het groen, maar is het een impuls voor versnelde verandering en grotere creativiteit. Dat was de uitkomst van het forum ‘Stedelijk groen in crisistijd’ op de Nationale Groendag georganiseerd door Platform 31/Nicis Institute, de VNG en Entente Florale Nederland op 26 september in Ermelo.

Coproducties vormen
Er is in onze gemeente niet vreselijk veel discussie over investeren in groen’’, zegt wethouder Sander Dekker van Den Haag. En dat is opmerkelijk in crisistijd. Al is Dekker wel realistisch: bezuinigen is nodig. Den Haag wil daarom zoveel mogelijk coproducties vormen waarbij bewoners en organisaties participeren in groene investeringen. Dat betekent dat de gemeente een andere rol moet innemen. ,,We leggen niet meer alleen aan wat makkelijk is voor de gemeente. We willen luisteren naar wat de mensen zelf willen en moeten ruimte geven aan meer variëteit.’’

Beperkende regelgeving
Meer variëteit betekent ook dat beperkende regelgeving soms soepeler moet kunnen worden toegepast, vindt Mirjam Sijmons van de ANWB. Dat is nu nog niet altijd het geval, merkte ze bij de aanleg van het eerste ANWB Groenplein in Krommenie dat zaterdag 29 september zal worden geopend. Regels worden soms leidend waardoor goede ideeën verzanden in bureaucratie. ,,En dat is jammer want het gaat er juist om dat alle partijen het einddoel voor ogen houden: ,,een groene voorziening voor de gemeenschap die gedragen wordt door stakeholders uit de buurt.’’

Einddoel voor ogen houden
Het gezamenlijk voor ogen houden van het einddoel wordt ook steeds belangrijker voor bouwonderneming Ballast-Nedam, merkt Romeo Malizia.  ,,Opdrachtgevers geven steeds vaker een brede, meerjarige opdracht waarbij het niet alleen gaat om bouwen, maar groen een integraal onderdeel is van een project.’’ Het bouwbedrijf moet verantwoording afleggen over het eindresultaat dat hij levert. ,,Vlug nog wat jong groen in de grond stoppen en zeggen: over een jaar of tien zijn het prachtige bomen, daar neemt niemand meer genoegen mee.’’ Bij de oplevering van een project gaat het om lifecycle denken: als partner in een project ben je verplicht om een resultaat af op te leveren dat ook toekomst heeft.

Olympic Parc in Londen
David Thompson, directeur van LDA Design, de ontwerper van het Olympic Parc in Londen, kan daar over meepraten. Om te voorkomen dat na de Spelen een verlaten terrein met ongebruikte gebouwen zou resteren, werd al van tevoren bedacht hoe het park in de toekomst gebruikt moet worden: een enorm project waarbij tal van organisaties en belangengroeperingen zijn geraadpleegd.

Nieuwe verdienmodellen
Die betrokkenheid van partijen maakt het ook mogelijk dat nieuwe verdienmodellen worden geïmplementeerd, meent wethouder Olaf Prinsen van Apeldoorn. Hij overhandigde aan Rob van Brouwershaven van het ministerie van EL&I het boekje ‘Groen loont met TEEB Stad’. Met de kennis dat de maatschappelijke baten van groen 1,5 tot 2 keer hoger zijn dan de kosten kunnen gesprekken worden aangegaan met baathouders. Daarmee wordt het groen in en om de stad niet meer per definitie een overheidsopgave waar andere partijen van profiteren, maar een opgave waarin andere partijen participeren en nieuwe verdienmodellen worden geïmplementeerd.