Agnes van Arden­ne: Juis­te ant­woord op cri­sis is groe­ne, cir­cu­lai­re eco­no­mie

â€Het juis­te ant­woord op de cri­sis is ver­groe­ning. Ver­groe­ning van de omge­ving, van leef­stij­len en van de eco­no­mie€œ, zei Agnes van Arden­ne bij de Nati­o­na­le Groen­dag in Erme­lo. De tuin­bouw- en groen­sec­tor kan daar­bij in bin­nen- en bui­ten­land voort­bou­wen op het con­cept van de Groe­ne Ste­den, meent de voor­zit­ter van het Pro­duct­schap Tuin­bouw (PT).
Vol­gens Van Arden­ne is het daar­naast ver­eist dat we naar een cir­cu­lai­re eco­no­mie gaan, een eco­no­mie met geslo­ten kring­lo­pen. Wereld­wijd groeit de bevol­king en de wel­vaart neemt toe, het­geen meer kan­sen biedt voor de afzet van groe­ne pro­duc­ten. Door de urba­ni­sa­tie ont­staat ook meer aan­dacht voor het con­cept van de Green Cities. “De druk op het hui­di­ge ver­bruik van natuur­lij­ke grond­stof­fen en de groei van de afval­berg dwingt ons om ook te zoe­ken naar ande­re grond­stof­fen uit plant­aar­dig mate­ri­aal, naar her­ge­bruik en het slui­ten van kringlopen.”
Tren­dy
Groen is tren­dy en daar­om ziet het per­spec­tief van de tuin­bouw- en groen­sec­tor er vol­gens de PT-voor­zit­ter gun­stig uit. De sec­tor kan bij de groe­ne en cir­cu­lai­re eco­no­mie een essen­ti­ë­le rol spe­len, in alli­an­ties met bij­voor­beeld de agro‑, che­mie- en ver­pak­kin­gen­in­du­strie. In groe­ne rest­stro­men zit­ten veel waar­de­vol­le stof­fen. Ken­nis die wij opdoen door samen­wer­king tus­sen onder­ne­mers, over­heid, onder­zoeks­in­stel­lin­gen via open inno­va­tie kun­nen onder­ne­mers gebrui­ken in hun busi­ness­mo­del­len voor inter­na­ti­o­naal onder­ne­men, aldus Van Arden­ne op de Nati­o­na­le Groen­dag, waar Ber­g­e­ijk in de cate­go­rie Dor­pen™ en Weert in de cate­go­rie €˜Ste­den€™ met goud wer­den bekroond.
Groe­ne Stads­be­we­ging
Van Arden­ne merk­te op dat het bewe­zen is, groen is gezond en maakt vitaal en geluk­kig. Dat maakt dat de keus voor ver­groe­ning niet inge­wik­keld is. €œEr is al lan­ge tijd een ster­ke bewe­ging van onder­op gaan­de! Ik noem het de Groe­ne Stads­be­we­ging. De vraag van het publiek naar groen is hef­tig groei­en­de. Spon­ta­ne ini­ti­a­tie­ven zijn er legio. Groen en stads­tuin­bouw gaan nu onver­bre­ke­lijk samen. Over­al wil men het zien groei­en en bloei­en. Niet opmer­ke­lijk. Bij eco­no­misch zwaar weer zoekt men het voor­al in en rond­om het eigen huis. Boven­dien is de mens een rela­ti­o­neel wezen, dat pas tot zijn recht komt in rela­tie met zijn omge­ving. Hoe natuur­lij­ker die is, des te pret­ti­ger men zich voelt.€
Groe­ne Stad
Loka­le over­he­den sti­mu­le­ren de ont­wik­ke­ling en moe­di­gen bewo­ners aan ver­ant­woor­de­lijk­heid te nemen voor de zorg voor het open­ba­re buurt­groen. Archi­tec­ten en bou­wers ont­wer­pen en bou­wen nu groe­ner dan ooit tevo­ren. Met de bouw in het slop is er een nieu­we impuls voor groen reno­ve­ren. Ook hier is vol­gens Van Arden­ne het con­cept van de Groe­ne Stad een bron van inspi­ra­tie. €œHet is niet ver­won­der­lijk, dat onder­ne­mers wil­len dat de cam­pag­ne De Groe­ne Stad blijft door­gaan. Dat vindt het PT ook. Als er vol­doen­de draag­vlak is gaan we er mee door.€
Bron:
Pro­duct­schap Tuin­bouw