“Groen = poen, groen moet je doen!”

Eind­ho­ven is een rela­tief groe­ne stad, maar dat wordt zeker in het stads­cen­trum lang niet altijd zo erva­ren. Ont­wer­pers, archi­tec­ten en ont­wik­ke­laars hou­den in hun pro­jec­ten zel­den reke­ning met een por­tie groen in de open­ba­re ruim­te. Want groen kost grond en grond is duur, wat leidt tot de uit­komst dat groen teveel kost. Onzin, zo betoogt Bram Veld­huis, de Eind­ho­ven­se pro­ject­lei­der voor groen in de stad, ‘groen is juist poen’. Ofte­wel: groen in de stad levert juist geld op.

Veld­huis ver­tel­de dit tij­dens de Dut­ch Design Week in de reeks ‘Stadhuis meets desig­n’ over nut en nood­zaak van design in de open­ba­re ruim­te.

Groen levert geld op, want onder­zoek heeft uit­ge­we­zen dat men­sen zich in een groe­ne omge­ving relax­ter voe­len, min­der stress heb­ben en min­der geneigd zijn tot het ple­gen van agres­sie. Patiënten in zie­ken­hui­zen her­stel­len snel­ler als hun hos­pi­taal in een groe­ne omge­ving ligt.

Waren­hui­zen wor­den aan­trek­ke­lij­ker
Waren­hui­zen wor­den aan­trek­ke­lij­ker wan­neer ze hun beton­nen façades ver­pak­ken in groen. Men­sen zijn gebaat bij groen. Het maakt hun leven aan­ge­na­mer, zach­ter en soci­a­ler. En als je dat ver­taalt in geld, de onbe­twist­ba­re maat­staf voor alles, dan levert groen meer op dan wat het kost. Om het sim­pel te zeg­gen: de uit­ba­ter van een ter­ras ziet zijn omzet stij­gen als zijn klan­ten lan­ger blij­ven han­gen omdat het er zo goed toe­ven is. En dan mogen de ener­gie­be­spa­ren­de wer­king van dak­tui­nen en der­ge­lij­ke op gebou­wen ook niet ver­ge­ten wor­den. Daar­naast draag het groen bij aan een bete­re lucht­kwa­li­teit.

Eind­ho­ven mag blij zijn dat het zich in aan­tal opzich­ten niet kan of hoeft te meten met Lon­den, Amster­dam of Parijs. In de Bra­bant­se stad zijn geen no go-are­as. Maar wat niet is kan nog komen.

Stad ver­aan­ge­na­men door groen
Kan het doem­sce­na­rio voor­ko­men wor­den? Veel zal afhan­gen van de bereid­wil­lig­heid én het talent van ste­den­bouw­kun­di­gen, archi­tec­ten, ont­wer­pers en ont­wik­ke­laars om de men­se­lij­ke en niet lou­ter de commerciële maat als uit­gangs­punt te nemen. Die men­se­lij­ke maat, die zoekt naar gebor­gen­heid en inti­mi­teit, zou lei­dend moe­ten zijn. Niet alleen hier, maar ook elders. Want eigen­lijk is zij uni­ver­seel. En hier komt groen van Bram Veld­huis om de hoek kij­ken. Want met lut­te­le ingre­pen zijn de har­de kan­ten van een stad, van ver­keer­de gebou­wen en mis­luk­te plan­ning, te ver­zach­ten en te ver­aan­ge­na­men. Door ont­wer­pers hun gang te laten gaan met groen. Groen in de stra­ten, op de plei­nen, op de hui­zen, de win­kels, de flats. Om Veld­huis te para­fra­se­ren: groen moet je doen!

Tij­dens de Dut­ch Design Week in de reeks ‘Stadhuis meets desig­n’ spra­ken ont­wer­pers, archi­tec­ten en soci­al desig­ners over nut en nood­zaak van design in de open­ba­re ruim­te.

Bron:
Dit bericht schrijft Paul Kok­ke, werk­zaam voor Art and Media Pro­jects, een pro­ject- en advies­bu­reau voor cul­tuur en media op www.eindhoven.nl. Hij schrijft deze bij­dra­ge op per­soon­lij­ke titel.