In groene gebieden kan het water vrij in de bodem infiltreren, waardoor het bodemwater en uiteindelijk het grondwater worden aangevuld. Een deel van dit water wordt later door de vegetatie opgenomen en deels weer verdampt. In vergelijking met gebieden met een gesloten verharding hoeft daardoor minder water te worden afgevoerd en wordt de afvoer bovendien vertraagd (afvlakking van pieken). De infiltratiesnelheid hangt af van het bodemtype en kan meer dan 50 mm/uur zijn in goed doorlatende bodems (grof zand). Groen stimuleert de infiltratie doordat op veel bodemtypes begroeide en goed doorwortelde grond veel beter water opneemt dan kale grond. In de stad is deze eigenschap van groot belang, omdat een relatief groot deel van de bodem bebouwd en verhard is.