In de ste­de­lij­ke omge­ving kun­nen niet-inheem­se plan­ten­soor­ten een waar­de­vol­le aan­vul­ling zijn op het inheem­se sor­ti­ment en zo de bio­di­ver­si­teit ver­gro­ten. Zo kan het bloei­sei­zoen wor­den ver­lengd, en daar­mee wordt de beschik­baar­heid van voed­sel voor insec­ten , vogels en zoog­die­ren in het ste­de­lijk gebied ver­groot.