Zorg voor een ruim en geva­ri­eerd lokaal groen­aan­bod; dit ver­groot de kans op gebruik en con­tact, en daar­mee het wel­zijns­ef­fect. Daar­bij dra­gen alle vor­men van groen (bomen, strui­ken, hees­ters, vas­te plan­ten, etc.) bij aan het posi­tie­ve effect. Zorg ervoor dat het groen goed onder­hou­den wordt; ver­waar­lo­zing en zwerf­af­val roe­pen gevoe­lens van onvei­lig­heid op. Zorg ervoor dat het groen zicht­baar en beleef­baar is: men­sen moe­ten het kun­nen erva­ren; groe­ne muren lij­ken daar­mee effec­tie­ver dan groe­ne daken, ten­zij deze in het uit­zicht lig­gen of toe­gan­ke­lijk zijn (dak­par­ken). Denk niet alleen aan groen­ge­bie­den, maar ook aan klei­ne­re groe­nele­men­ten, zoals straat­bo­men en groen in tui­nen.