Groen zorgt ervoor dat niet alle neerslag hoeft te worden afgevoerd. Een deel wordt ‘vastgehouden’ op het oppervlak van blad, stam en takken (interceptie) en verdampt weer na de bui. Ook de niet-versteende bodem onder groen draagt bij aan dit effect. De neerslag die hierop valt, spoelt minder snel weg dan op een verharding en een groter deel hiervan verdampt. In bossen kunnen loofbomen zo’n 5 tot 20% van de jaarlijkse neerslag opvangen en naaldbomen zelfs tot 50%. Uit de bodem kan nog eens 5 tot 34% van de neerslag verdampen. In vergroende gebieden in de stad kunnen deze cijfers worden benaderd.