Diep wor­te­len­de plan­ten (bomen en strui­ken) zor­gen ervoor dat water mak­ke­lij­ker door kan drin­gen in de die­pe­re grond­la­gen. Een geva­ri­eer­de bodem­be­dek­ken­de beplan­ting (bomen in com­bi­na­tie met strui­ken en een krui­den­laag) is het meest effec­tief en voor­komt boven­dien ver­slem­ping en ero­sie.