Vier groe­ne vra­gen aan … Henk Raaij­ma­kers

Henk Raaij­ma­kers
Voor­zit­ter van de LTO vak­groep Bomen en Vas­te Plan­ten
 
1. Waar­om vindt u het belang­rijk dat ‘De Groe­ne Stad’ nieuw leven is inge­bla­zen?
Twaalf jaar gele­den, tij­dens de Flo­ri­a­de, is De Groe­ne Stad geïn­tro­du­ceerd. Er is sinds­dien een hoop ver­an­derd, zo is onder ande­re het Pro­duct­schap Tuin­bouw opge­he­ven. Het ‘merk’ dat we met De Groe­ne Stad heb­ben opge­bouwd is ech­ter zo sterk – ook inter­na­ti­o­naal- dat het kapi­taal­ver­nie­ti­ging zou zijn geweest als we De Groe­ne Stad geen nieuw leven had­den inge­bla­zen. Daar­naast blijft de bood­schap van De Groe­ne Stad actu­eel, zo niet steeds actu­e­ler. Bin­nen enke­le jaren woont 60 tot 80% van de men­sen in ste­den. Het ver­groe­nen van onze ste­den en het wer­ken aan groe­ne ver­bin­din­gen met het plat­te­land, is nood­za­ke­lijk als we de stad leef­baar en de men­sen gezond wil­len hou­den.
2. Wat zijn voor LTO de belang­rijk­ste doel­stel­lin­gen voor en van De Groe­ne Stad?
De Groe­ne Stad is voor ons echt een uit­hang­bord voor alles wat er op ‘groen gebied’ gebeurt. Denk daar­bij aan weten­schap­pe­lijk onder­zoek en inno­va­tie­ve groen­pro­jec­ten die hier wor­den ver­za­meld en onder de aan­dacht wor­den gebracht, maar ook het tonen van suc­ces­vol­le groe­ne bur­ger­ini­ti­a­tie­ven. Zodoen­de kan De Groe­ne Stad over­he­den, beleids­ma­kers en bur­gers moti­ve­ren en inspi­re­ren om meer met groen te doen.
3. Wel­ke rol speelt LTO Vak­groep Bomen en Vas­te Plan­ten in dit geheel?
Het mooie aan dit samen­wer­kings­ver­band –langs de lij­nen van iVer­de- is dat er bin­nen De Groe­ne Stad door de gehe­le groe­ne keten inte­graal wordt samen­ge­werkt, van de boom­kwe­kers tot de han­de­la­ren tot de hove­niers die het groen uit­ein­de­lijk onder­hou­den. Het resul­taat van onze groe­ne inzet is natuur­lijk vele malen gro­ter wan­neer een hele sec­tor dezelf­de bood­schap uit­draagt. Meer spe­ci­fiek kun­nen wij als LTO vak­groep Bomen en Vas­te Plan­ten bin­nen dit part­ner­schap onze exper­ti­se over de juis­te toe­pas­sin­gen van groen (bij­voor­beeld: ‘Wel­ke boom zet je op wel­ke plaats?’) en onze ken­nis van nieu­we soor­ten inbren­gen.
4. Hoe ziet u de ambi­ties van The Green City in dit ver­band?
Neder­land is de groot­ste expor­teur van boom­kwe­ke­rij­pro­duc­ten ter wereld! Dat bete­kent auto­ma­tisch dat er in ons land een enor­me ken­nis over groen en groe­ne toe­pas­sin­gen is en ik vind dat Neder­land daar­om op dit ter­rein bij uit­stek kan fun­ge­ren als gids­land voor de rest van de wereld. Door de goe­de Neder­land­se han­dels­con­tac­ten is er een enorm net­werk ont­staan waar­mee wij onze groe­ne ken­nis kun­nen door­ge­ven. En dat is nodig ook. Niet alleen in Neder­land, maar wereld­wijd trek­ken steeds meer men­sen naar de stad, met alle pro­ble­men van dien. Om onze ste­den wereld­wijd toe­komst­be­sten­dig en leef­baar te hou­den, is know-how nodig en die heb­ben wij in huis. Met The Green City kun­nen we deze ken­nis aan de vol­gen­de gene­ra­ties door­ge­ven