Vas­te plan­ten bren­gen kleur aan de stad!

Par­ken en plant­soe­nen in de bebouw­de omge­ving dra­gen bij aan een scho­ne, vei­li­ge en natuur­lij­ke woon­om­ge­ving. Daar­mee heb­ben bomen en plan­ten een posi­tief effect op het wel­be­vin­den van men­sen. Dit leidt niet alleen tot hoge­re waar­de van hui­zen en een beter ves­ti­gings­kli­maat voor bedrij­ven. Goed open­baar groen nodigt kin­de­ren en vol­was­se­nen uit tot gezon­de lichaams­be­we­ging en recre­a­tie. Groen is niet alleen om ple­zie­rig naar te kij­ken, het is ook een plaats waar stads­men­sen en ‑kin­de­ren die­ren kun­nen zien, bloe­men pluk­ken, in bomen kun­nen klim­men en de sei­zoe­nen bele­ven. In een groe­ne stad voe­len men­sen zich vei­li­ger en meer op hun gemak. Deze eigen­schap­pen van open­baar groen lei­den tot aan­toon­baar lage­re kos­ten voor de gezond­heids­zorg.

Afbeelding: Aster Ageratoides ‘Asran’ is uitermate geschikt als onderhoudsarme bodembedekker in het openbaar groen. De plant wordt ongeveer 70 cm hoog en draagt lichtpaarse, stervormige bloemen. Bloeitijd: september t/m oktober.
Afbeel­ding: Aster Age­ra­toi­des ‘Asran’ is uiter­ma­te geschikt als onder­houds­ar­me bodem­be­dek­ker in het open­baar groen. De plant wordt
onge­veer 70 cm hoog en draagt licht­paar­se, ster­vor­mi­ge bloe­men. Bloei­tijd: sep­tem­ber t/m okto­ber.

Toch zien we dat in veel gemeen­ten, voor­al ook de ste­den, wordt beknib­beld op de uit­ga­ven voor aan­leg en onder­houd van bomen en plan­ten. Ook wordt er in de ste­de­lij­ke gebie­den min­der ruim­te voor gere­ser­veerd dan vroe­ger. De eigen groen­af­de­lin­gen van gemeen­ten wor­den soms afge­bouwd. Dan laat het gemeen­te­be­stuur het werk over aan exter­ne bedrij­ven. Daar is op zich niets mis mee, maar de eigen, per­ma­nent aan­we­zi­ge des­kun­dig­heid – en daar­mee de inter­ne ‘lob­by’ — op het gebied van bomen en plan­ten, dreigt te ver­dwij­nen.
Nu gemeen­ten zui­ni­ger moe­ten omgaan met de voor de open­ba­re ruim­te beschik­ba­re mid­de­len, wordt het steeds aan­trek­ke­lij­ker om vas­te plan­ten in te zet­ten. Die bie­den op een beperkt opper­vlak veel kleur en vari­a­tie. Meest­al wor­den ze inge­zet als bodem­be­dek­ker in vak­be­plan­ting, maar er zijn nog veel meer toe­pas­sings­mo­ge­lijk­he­den. Voor­al als onder­deel van groe­nele­men­ten in woon­wij­ken zijn ze zeer geschikt. Zo heb­ben vas­te plan­ten een gro­te sier­waar­de en kun­nen met hun gro­te ver­schei­den­heid aan bloe­men echt ver­schil maken door kleur te bren­gen aan de buurt.
Afbeelding: De Rudbeckia fulgida (Zonnehoed) kan eenvoudig in een grote groep aangeplant worden en is daarmee bij uitstek geschikt voor gebruik in borders in woonwijken. De gele bloemen met hun opvallend hoge bruine hart bloeien van augustus t/m september. De planten kunnen tot 1 meter hoog worden.
Afbeel­ding: De Rud­bec­kia ful­gi­da (Zon­ne­hoed) kan een­vou­dig in een gro­te groep aan­ge­plant wor­den en is daar­mee bij uit­stek geschikt voor gebruik in bor­ders in woon­wij­ken. De gele bloe­men met hun opval­lend hoge brui­ne hart bloei­en van augus­tus t/m sep­tem­ber. De plan­ten kun­nen tot 1 meter hoog wor­den.

Vas­te plan­ten leve­ren veel waar voor hun geld, al lij­ken de kos­ten in het eer­ste jaar rela­tief hoog.  Over tien jaar gere­kend zijn de kos­ten ech­ter juist lager dan voor alter­na­tie­ven zoals hees­ters, gras of een­ja­ri­ge plan­ten en bloe­men.
Om de voor­de­len van vas­te plan­ten opti­maal te benut­ten is het belang­rijk steeds de juis­te keu­zen te maken. Voor iede­re plaats zijn wel vas­te plan­ten te vin­den die het goed doen. Daar­voor is het nodig dat de gebrui­kers goed op de hoog­te zijn van de eigen­schap­pen van de plan­ten plus de loca­tie en die op elkaar afstem­men. Ook moet vaak de grond wor­den ver­be­terd en moet wor­te­lon­kruid gron­dig wor­den ver­wij­derd. Het groe­ne bedrijfs­le­ven, zoals ont­werp­bu­reaus, kwe­kers en aan­leg- en onder­houds­be­drij­ven, werkt steeds meer samen om gemeen­ten een door­dacht totaal­pak­ket aan te kun­nen bie­den.
Een stad bestaat voor een groot deel uit gebou­wen (rood) en infra­struc­tuur (grijs). Het is belang­rijk dat water (blauw) en beplan­ting (groen) daar­mee in even­wicht zijn. En vas­te plan­ten zor­gen uit­ein­de­lijk voor de kleur­rij­ke finis­hing touch!

De Top 5 van voor open­baar groen geschik­te plan­ten:

  1. Rud­bec­kia ful­gi­da – Zon­ne­hoed (‘Gold­sturm’ – spe­ci­o­sa – dea­mii)
  2. Nepe­ta faas­se­nii – Kat­te­kruid (Six Hill’s Giant – Walker’s Low – ‘Alba’ – ‘Grol’)
  3. Alche­mil­la mol­lis – Vrou­wen­man­tel
  4. Aster age­ra­toi­des – Aster (‘Asran’ – ‘Star­dust’)
  5. Wald­stei­nia ter­na­ta