Grote steden experimenteren met waterlabel

Het energielabel voor woningen is inmiddels ingeburgerd. Maar een waterlabel? De gemeentes Den Haag, Rotterdam en Amsterdam beginnen na de zomer met een proef waarbij huiseigenaren zo’n waterlabel kunnen aanvragen. Een label A-woning houdt regenwater langer vast, waardoor het riool minder te verstouwen krijgt en wateroverlast binnen de perken blijft.

Het klimaat verandert en daardoor krijgen we vaker te maken met heftige regenbuien. Het KNMI voorspelt dat het aantal dagen waarop er meer dan 20 millimeter water uit de lucht valt, groeit van 5 dagen per jaar nu, naar 8 dagen in 2100. En dat betekent dus vaker natte voeten en ondergelopen kelders. Steden hebben daar extra veel last van omdat deze in rap tempo verhard zijn. Overal liggen tegels, asfalt en daken waar het regenwater niet doorheen kan.
Om hier verandering in te brengen hebben de drie grote gemeentes in samenwerking met wetenschapscentrum Waag Society en wateradviesbureau Nelen & Schuurmans het waterlabel ontwikkeld. Dat label geeft aan hoe goed een woning in staat is om regenwater vast te houden en daardoor het plaatselijke riool te ontlasten. Bewoners krijgen bij dit label in eerste instantie een indicatief label – net als bij het energielabel – dat is opgesteld op basis van bestaande bronnen zoals luchtfoto’s en gegevens uit het Kadaster. Bewoners kunnen hun label vervolgens opwaarderen met maatregelen zoals een groen dak, een regenton of een geveltuintje.
Het waterlabel is vooralsnog geen verplicht label, zoals het energielabel dat wel is, maar vrijwillig en vooral gericht op bewustwording. Bewoners kunnen hun woning met zo’n label makkelijker vergelijken met die van hun buren. De verwachting is dat het hen vervolgens ook aanzet tot het nemen van ‘waterbestendige’ maatregelen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is nog niet officieel betrokken bij het waterlabel, maar volgt het project volgens de initiatiefnemers wel met grote interesse.
bron: BNR