Stads­land­bouw is in Neder­land bezig aan een opmars

Stads­land­bouw is in ons land bezig aan een opmars, daar is geen twij­fel over moge­lijk, zeg­gen experts van de uni­ver­si­teit van Wage­nin­gen. Ook in Lim­burg wint deze vorm van duur­za­me teelt — al is het klein­scha­lig — ter­rein. „Het voedt ons fysiek én men­taal.”

Het staat wel onom­sto­te­lijk vast dat (klein­scha­li­ge) stads­land­bouw in ons land aan een ster­ke opmars bezig is. „Men­sen zijn bewus­ter bezig met wat ze eten en waar het van­daan komt, gehol­pen door de voed­sel­schan­da­len die we de afge­lo­pen jaren gekend heb­ben.”
Cij­fer­ma­te­ri­aal over de groot­te van de bran­che ont­breekt (nog). Maar afge­zet tegen de regu­lie­re tuin- of land­bouw is de groei van stads­land­bouw mar­gi­naal als je het puur eco­no­misch bekijkt. „Kij­kend naar de bran­che is de groei gewel­dig hard gegaan”, zegt Jans­ma.
Samen­ge­vat is stads­land­bouw een con­tai­ner­be­grip voor veel­al klein­scha­li­ge, vaak inno­va­tie­ve vor­men van duur­za­me voed­se­len land­bouw­sys­te­men die in of rond­om een ste­de­lij­ke omge­ving te vin­den zijn. Vari­ë­rend van bal­kon- of dak­moes­tui­nen in het hart­je van de stad, volks­tuin­com­plexen tot pro­fes­si­o­ne­le ste­de­lij­ke voed­sel­pro­duc­tie en voed­sel­ver­wer­king aan de rand van de stad (denk aan LOCO­t­ui­nen in Maas­tricht).
Kern­woor­den zijn: duur­za­me (biologische/ecologische) pro­duc­tie, kor­te lij­nen tus­sen telers en afne­mers waar­door je lan­ge trans­port­lij­nen (zoals boon­tjes uit Afri­ka) en daar­mee CO2-uit­stoot voor­komt, eer­lij­ke (kos­ten­dek­ken­de) prij­zen voor de boer of teler. Jans­ma: „Je ziet vaak dat men­sen uit ide­o­lo­gie een pro­ject star­ten en vaak geen land- of tuin­bouw­ach­ter­grond heb­ben.
Een voor­beeld daar­van is Rot­ter- Zwam, onder­ne­mers die in het voor­ma­li­ge Tro­pi­ca­na-zwem­bad in Rot­ter­dam oes­ter­zwam­men kwe­ken op kof­fie­drab.”
Een rond­gang in Lim­burg leert dat er al vele tien­tal­len stads­land­bouw­i­ni­ti­a­tie­ven bestaan. De diver­si­teit is ook in onze pro­vin­cie groot. Van com­mu­ni­ty sup­por­ted agri­cul­tu­re (CSA) tot par­ti­cu­lie­re moes­tui­nen. Een vorm van CSA is zelf­oogst­tuin De Vrije Akker van Moniek van Hirtum (zie ver­haal rechts). Hier­bij ver­bindt een gemeen­schap (een groep bur­gers) zich aan een tuin­der. Bij de een hoort zelf oog­sten tot de moge­lijk­he­den, bij de ander komt het eten in de vorm van voed­sel­boxen weke­lijks bin­nen bij de con­su­ment.
Een goed over­zicht — op gemeen­te­ni­veau — biedt Maas­tricht via het onli­ne­plat­form Groen-Maas­tricht. com met een over­zicht van cir­ca vijf­tig ini­ti­a­tie­ven. Jans­ma: „Stads­land­bouw is een mooie aan­vul­ling op de regu­lie­re land- en tuin­bouw. Die twee kun­nen van elkaar leren. Het is ook niet de inten­tie van stads­land­bouw- ini­ti­a­tie­ven om ste­den vol­le­dig van voe­ding te voor­zien. Het is de com­bi­na­tie dat het ons fysiek, maar ook men­taal voedt en dat je werkt aan een groe­ne­re, duur­za­me­re omge­ving. Dat inspi­reert en zorgt voor groei.”
bron: limburger.nl