Rot­ter­dam maait min­der ter bevor­de­ring van die­ren en plan­ten

Dit voor­jaar maait de gemeen­te het gras min­der vaak
Zo kun­nen lang­zaam ande­re plan­ten­soor­ten groei­en, waar bij­voor­beeld bij­en en vlin­ders op af komen. Op diver­se plek­ken in de stad wordt het gras min­der vaak gemaaid, bij­voor­beeld in weg­ber­men. Zo kun­nen, waar eerst strak­ke gazons waren, lang­zaam ande­re plan­ten­soor­ten groei­en.
Die ver­schil­len­de bloe­men en krui­den zien er niet alleen aan­trek­ke­lijk uit voor de Rot­ter­dam­mers. Bij­en, vlin­ders en ande­re insec­ten, maar bij­voor­beeld ook vogels komen op de nieu­we plan­ten af.
Bloem­rijk gras­land
Hoe snel het gras zich ont­wik­kelt tot zoge­noemd bloem­rijk gras­land, is afhan­ke­lijk van de plek en de bodem. In de scha­duw groei­en min­der ver­schil­len­de soor­ten dan op een zon­ni­ge plek. Ook de bodem­soort en vocht in de grond heb­ben invloed op de soor­ten gras­sen en plan­ten die er kun­nen groei­en.
Drie keer maai­ma­chi­nes
Dit jaar wordt op de plek­ken waar het gras een meer natuur­lij­ke uit­stra­ling krijgt nog drie keer gemaaid. Tus­sen half mei en begin juni wordt voor het eerst gemaaid. Het maai­sel blijft een paar dagen lig­gen, zodat het zaad van uit­ge­bloei­de bloe­men in de bodem terecht­komt. Rond juli en sep­tem­ber komen de maai­ma­chi­nes opnieuw. Op deze kaart staan de plek­ken waar het gras min­der vaak wordt gemaaid.
Ver­keers­vei­lig­heid
Op plek­ken waar het zicht belang­rijk is, bij­voor­beeld bij kruis­pun­ten en over­steek­plaat­sen, wordt extra gemaaid om het gras laag te hou­den. Ook bij uit­stap­stro­ken bij par­keer­plaat­sen en hon­den­uit­laat­zo­nes wordt vaker gemaaid.
Bron: gemeen­te Rot­ter­dam