Recre­a­tief mede­ge­bruik bij Tui­nen van West

Steeds vaker zien we de ten­dens dat omrin­gen­de natuur­ge­bie­den bij de stad getrok­ken wor­den. Zodoen­de ont­staat er een ver­bin­ding tus­sen ‘stad­se’ natuur en ‘ech­te’ natuur. Een ver­bin­ding, waar die­ren, maar ook plan­ten dank­baar gebruik van maken. Een goed voor­beeld van zo’n bui­ten­ge­bied dat ver­bon­den wordt met de stad, zijn de Amster­dam­se Tui­nen van West.
Groe­ne ‘scheg­gen’ tus­sen stad en natuur
Het gebied is een onder­deel van de ‘West­rand­scheg’ tus­sen de Wes­te­lij­ke Tuin­ste­den, de Haar­lem­mer­trek­vaart en de Ring­vaart van de Haar­lem­mer­meer­pol­der. Al in 1935, bedacht ste­den­bouw­kun­di­ge Cor­ne­lis van Ees­t­e­ren, dat door het in tact laten van groe­ne stuk­ken (groe­ne scheg­gen) tus­sen de stads­wij­ken, de natuur het ste­de­lijk gebied zou kun­nen bin­nen­drin­gen.
Het gebied bestaat uit vier klei­ne pol­ders; de Lut­ke­meer­pol­der, de Osdor­per Boven­pol­der, de Osdor­per Bin­nen­pol­der-Noord en de Osdor­per Bin­nen­pol­der-Zuid. Er zijn gras­lan­den, akkers, boom­rij­ke volks­tuin­com­plexen, klei­ne moe­ras­jes, oude lint­be­bou­wing, klein­scha­li­ge bedrij­ven, een begraaf­plaats, dij­ken en kas­sen.
Wan­del­rou­te Volks­tuinpa­ken
Om, naast de die­ren en de plan­ten, ook de stads­men­sen rich­ting het bui­ten­ge­bied te lok­ken, werd in 2012 een door­lo­pen­de wan­del­rou­te langs en door de volks­tuin­com­plexen Osdorp, De Een­dracht en Tige­no, aan­ge­legd. Het stads­deel Nieuw-West en de Bond van Volks­tuin­ders rie­pen voor die opdracht de hulp in van (duur­zaam) pro­ces­be­ge­lei­der Hans Olst­hoorn (PRO­quint).
Olst­hoorn: ‘De tui­nen op deze com­plexen zijn vaak ware parel­tjes, waar Amster­dam­mers met groe­ne vin­gers (maar vaak drie hoog ach­ter wonend zon­der tuin) hun groen­ste fan­ta­sie­ën kun­nen waar­ma­ken. Een mooi idee dus om ande­re stads­ge­no­ten mee te kun­nen laten genie­ten van die groe­ne weel­de.’ Daar­naast was een ander belang­rijk doel van het pro­ject een halt toe te roe­pen aan de (op som­mi­ge plaat­sen) onvei­lig­heid en ver­rom­me­ling in het gebied. Olst­hoorn: ‘Door het gebied een dui­de­lij­ke­re func­tie te geven als natuur-recre­a­tie­zo­ne, wordt het steeds min­der aan­trek­ke­lijk voor men­sen die daar eigen­lijk niets te zoe­ken heb­ben, en dus vei­li­ger.’
Langs de wan­del­rou­te zijn ove­ri­gens niet alleen de tui­nen zelf te bewon­de­ren. We vin­den langs de wan­del­rou­te tevens een vlin­der­tuin, ver­schil­len­de bij­en­ho­tels, een heu­se pad­den­poel en bui­ten­kunst. Op meer­de­re plek­ken in Neder­land zijn gelijk­soor­ti­ge ini­ti­a­tie­ven in opmars. Zo is in Utrecht het voor­heen geslo­ten tuin­park ‘Ons Bui­ten’ ver­an­derd in een open­baar toe­gan­ke­lijk park met o.a. een kin­der­boer­de­rij en school­tuin­tjes.
Voor meer infor­ma­tie over Tui­nen van West wan­del­rou­te, klik hier.
 
De volks­tuin­par­ken zijn te bezoe­ken tij­dens het tuin­sei­zoen van 1 april tot 1 okto­ber. Gedu­ren­de de rest van het jaar loopt de rou­te langs de tuin­com­plexen, maar ook die wan­de­lin­gen zijn de moei­te waard!