Bomen passen zich aan hogere temperaturen aan, waardoor opwarming wordt beperkt

Bomen kunnen zich aanpassen aan de stijgende temperaturen en de natuurlijke uitstoot van broeikasgassen beperken. Dit blijkt uit een studie die afgelopen woensdag is gepubliceerd in het vakblad Nature. Hierin wordt gesteld dat planten een kleinere rol hebben dan verwacht in het opwarmen van de aarde zoals kort geleden werd gesteld.
Bomen, planten en mensen produceren koolstofdioxide als afvalproduct voor het verbranden van energie. Als de temperatuur stijgt, gebruiken bomen meer energie terwijl zij ‘uitademen’ en stoten daardoor meer koolstofdioxide uit. Dat werd gesteld door een onderzoek wat recentelijk is gepubliceerd.
Onderzoekers van het vakblad Nature stellen nu echter dat bomen zich aanpassen aan de opwarming van de aarde. In het begin zullen zij door de toenemende temperatuur  meer CO2 uitstoten, maar zij zijn in staat om sneller te acclimatiseren dan gedacht. De uitstoot zal dus na verloop van tijd de beginwaarde krijgen die de boom uitstootte bij een lagere temperatuur.
Het team van onderzoekers deed jarenlang onderzoek bij 10 verschillende soorten bomen, waaronder de eik, de den en de spar. De bomen werden in kunstmatig opgewarmde ruimtes onderzocht. Uit de resultaten bleek dat bij een toename van 3,4 graden, bomen tot 80% minder uitstoot hadden en zich dus veel beter aan een hogere temperatuur kunnen aanpassen dan gedacht.