In het nieuws en laatst nog bij Vroege Vogels, op zaterdagmorgen, ging het over een monumentale eik in de middenberm van de A58, bij Ulvenhout. Die eik zou om moeten, omdat de weg moet worden verbreed. Volgens Rijkswaterstaat wegen de maatschappelijke baten van het behouden van die eik niet op tegen de kosten. De enige manier om de boom te behouden is het aanpassen van het nabij gelegen viaduct – en dat kost veel geld.
Ik vind dat een bizarre discussie. Iemand gaat achter een bureau zitten rekenen, met als uitkomst dat wij, als gemeenschap het belangrijker zouden vinden geld te besparen op een viaduct dan zo’n monumentale boom te behouden. Precies deze zelfde boom die elke autorijder in Nederland wel een keer heeft gezien. Elke keer dat ik er zelf met de auto langskom denk ik ‘wow, wat een ongelofelijk prachtige boom is dat’ en ‘wat is het toch bijzonder dat-ie er nog staat’. Hoeveel van die dagelijks langs razende automobilisten zouden precies zo’n gedachte hebben gehad, in het voorbijgaan? Zo’n zucht van tevredenheid, dat niet alles in dit land hoeft te wijken voor ‘de vooruitgang’?
Grappig genoeg blijkt het te gaan om een boom die de mensen van Rijkswaterstaat heel goed kennen: een troeteleik, met een speciale status, die je niet zomaar omhakt. Ooit was de boom onderdeel van een bomenlaan, de rest heeft destijds al moeten wijken, vanwege de aanleg van de A58. Er is al veel geld en energie in gestoken, om juist deze boom te behouden, maar nu wordt het dan kennelijk toch echt te duur!
Natuurlijk heeft alles een prijs en moet je, als bestuurder, zaken afwegen – ook zaken die niet langs dezelfde meetlast kunnen worden gelegd. Maar toch, deze eik symboliseert in mijn ogen iets veel groters. Deze eenzame boom staat voor het verdwijnen van complete landschappen. Ontwikkelaars die het veel efficiënter vinden om eerst alles bouwrijp te maken en later wat ‘decoratiegroen’ toe te voegen. Veel goedkoper in elk geval en zo een keus geeft aan dat we samen het besef kwijt raken van wat de maatschappelijke waarde van groen is – zou moeten zijn. Het is allang bewezen dat groen significant bijdraagt aan de gezondheid van kinderen en volwassenen, aan de productiviteit van werknemers, aan de waarde van vastgoed en ga maar door. Zo zou het veel beter zijn een bestaand landschap als uitgangspunt te nemen voor een ontwikkeling. Het integraal duurzaam en dus groen maken van wijken scheelt kostbare maatregelen op het gebied van de aanpassing aan klimaatverandering, zoals grotere riolen. We hebben de natuur hard nodig, sterker nog, we zijn er zelf onderdeel van. Het heeft ook iets arrogants om als mens zo boven de natuur te willen staan en deze steeds verder te willen cultiveren, terwijl de oplossing juist ligt in dingen samen doen, met die natuur. We zijn onderdeel van een ecosysteem en als we ons daar niet naar gedragen krijgen we vanzelf de rekening gepresenteerd. Warme steden, stijgende zeespiegels, verlies aan soortenrijkdom en ga zo maar door.
Door een boom – deze eik – bijzonder te maken en met oplossingen te komen waardoor hij wel gehandhaafd kan worden, keer je het proces om. Bomen zijn dan voortaan welkom, een erkend onderdeel van infraprojecten, in plaats van een sta-in-de-weg. Een tip: vraag het bedrijfsleven, de samenleving, om hulp. Wat zou het mooi zijn als we deze boom nog specialer kunnen maken, bijvoorbeeld door hem mooi in de schijnwerpers te zetten! Laten we er geld voor inzamelen, crowdfunding, sponsors zoeken! Een nieuwe mentaliteit uitstralen, laten zien dat we anders denken, dat we de natuur de plek willen geven die ze verdient. Dat is voor iedereen en alles beter, ook voor al die automobilisten op de A58! Maar mocht het uiteindelijk toch niet lukken de boom te behouden, dan rest ons in elk geval de troostrijke gedachte dat we in Nederland bereid zijn met z’n allen, tot en met Rijkswaterstaat, tot het uiterste te gaan om een boom zijn rechtmatige plaats in ons landschap te laten behouden.
Lodewijk Hoekstra