Wildernis in Amsterdam? De meeste niet-Amsterdammers associëren onze hoofdstad eerder met een ‘asfalt jungle’ dan met vrije natuur. Maar toch is er voor de natuurliefhebber in Amsterdam heel wat te genieten. We hebben het dan over geplande vrije natuur, dat wel. Maar als er in Nederland één stad is waar stadsbestuur en ambtenaren op het gebied van ruimtelijke planning zich bewust zijn van de waarde en de noodzaak van ‘groen in de stad’, dan is het wel Amsterdam. Van het aloude Vondelpark (d.d. 1864), wereldwijd aangehaald voorbeeld van ‘groen in de stad’, tot het gebied bij de Noorder IJplas (daar zijn met behulp van bulldozers grote bomen omgeduwd, om het effect van een zware storm te laten zien). Kortom: in Amsterdam is de mens bezig met de natuur.
In de laatste uitgave van ‘Plan Amsterdam’, een regelmatig verschijnende uitgave van de gemeente met als thema de ruimtelijke ontwikkelingen in en rondom de stad, is de ‘Nieuwe wildernis’ het hoofdthema. Onder het motto ‘Tussen oernatuur en geveltuin’ geeft de redactie een overzicht van wat er op gezag van de gemeente zoal aan wilde natuur wordt gerealiseerd.
Men onderscheidt drie strategieën. Grootschalig (aanleg en onderhoud van grote parken, zoals het al genoemde Vondelpark en het Amsterdamse Bos); de aanleg van ecologische verbindingen, ‘natuurlinten’ die de natuur in staat stellen de stad binnen te komen; en ‘natuurinclusief bouwen’, het betrekken van de ‘wensen’ van de natuur bij planning en bouw: neststenen voor mussen en gierzwaluwen, groene daken.
Het ideaalbeeld van de voorstanders van de ‘nieuwe wildernis’ is een samenstel van ruigere natuurgebieden, die niet zozeer worden beheerd door de mens – lees: de gemeente – als door de dieren. ‘Biodiversiteit op fietsafstand’, luidt een van de slogans in de coverstory. En nog één: ‘de stad als natuurreservaat in een vijandige zee van groen’ – zo zouden veel dieren, die zich in de buitengebieden niet op hun gemak voelen, deze nieuwe wildernis gaan ervaren.
Hier kunt u het volledige document downloaden.