In hoeverre is de aanwezigheid van een privétuin bij huis, en de hoeveelheid groen in die tuin, positief gerelateerd aan de gezondheid van de bewoners, blijkend uit een lagere kans op aandoeningen, uitgaande van de registratie van huisartsen?
Wat is het relatieve belang van dit (eventueel aanwezige) tuingroen en het overige groen in de woonomgeving, in de zin van de sterkte van de relatie met de gezondheid van de bewoners? Is dit overige groen met name van belang als de bewoner geen of slechts weinig eigen tuingroen tot z’n beschikking heeft?
In hoeverre verschillen de hierboven genoemde relaties tussen bevolkingsgroepen, met name tussen armere en meer welgestelde bevolkingsgroepen?